681 De richting is in het eskadron, in navolging van het Nederland- sche reglement, van het 2de op het 3de peloton gebracht. Wordt hier nu bij verstaan het 3ie peloton v/d rechter vleugel, of, om het zoo maar eens te noemen, het administratieve 3de peloton. Is het het eerste, dan zien wij de richting zich voortdurend verleg gen op andere personen, hetgeen zijn nadeel heeft. Maar er is meer. Indien men na den afmarsoh het 3de peloton aan het hoofd heeft gekregen, heeft men een inlandsch peloton aan het hoofd, hetgeen niet gewenscht is, daar men voor het voorhoede pe loton toch liefst een Europeesch peloton bezigt. En deEskadronsschool moet toch in hoofdzaak zijn een voorschrift voor het eskadron op het gevechtsveld of in beweging daarheen. 32 69 behandelen in twee afdeelingen (II en III) bewe gingen van ondergeschikt belang, vele overbodige, doch die uit een disciplinair oogpunt gehandhaafd kunnen blijven. Thans gaan we over tot het tactische gedeelte van de Eska- dronsschool, neergelegd in de IVe en laatste afdeeling van dit voorschrift en inhoudende 1. Het verkennen binnen het gevechtsveld 2, 3 en 4. De aanval in gesloten en verspreide orde en het afweren daarvan; 5. gevecht te voet; 6. doortrekken van tereinen, die niet toelaten de gesloten for matie te behouden. 70 73 behandelen dan het verkennen binnen het gevechts veld en 70 verwijst daartoe in de eerste plaats naar§68t/m 70 der Pelotonsschool te paard; voor mij is dit gemakkelijk, daar ik nu slechts te verwijzen heb naar hetgeen ik daarover reeds opmerkte. Toch dient er nog eens de aandacht op gevestigd te worden, dat volgens de Pelotons- en Eskadronsschool dit ver kennen dient in hoofdzaak, ja eigenlijk alleen, met het oog op het terrein, ten einde tijdig te weten, of er zich hindernissen voor doen, die den aanval kunnen belemmeren. En heb ik tot dusver steeds,, o compilatoren" geroepen, lang zamerhand kom ik tot eene andere slotsom. Om die met mij te maken, dient de wordingsgescniedenis

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 59