- 682 van dit jongste cavalerie-reglement nog eens te worden opgeslagen. De door de commissie gewijzigde reglementen werden nl. der VIIe afd. v/h D.v.O. ter goedkeuring of ter inzage (dit is mij onbe kend) toegezonden. Daarin lag een onmiskenbaar voordeel. De VIIe afd. toch, die uit den aard der zaak bekend was met de wijze, waarop in oorlogstijd de cavalerie zou worden aangewend, zou nu gelegenheid krijgen in de reglementen zelve een en ander neer te leggen omtrent die aanwending, hetgeen zeer zeker aan het ruiterwapen ten goede zou komen, daar dan in een bepaalde rich ting geoefend kon worden. In de buitenlandsche reglementen vinden we dit dan ook; in het Fransche „Instruction pratique sur le service de la cavalerie en campagne (1902)" b.v. is naar aanleiding van de wijze van gebruik in het „Deuzième partie" neergelegd een „méthode d'en- seignement" van kader en ruiters. Bij ons niets van dat alles; er wordt mir nichts, dir nichts „ge oefend", beter gezegd „bezig gehouden". Wij mogen toch niet aannemen, dat eene Verwendung als Schlachtenreiterei het programma vormt voor de Nederlandsch- Indische cavalerie in oorlogstijd En dit zou men uit de reglementen toch afleiden. Zegt toch niet de Pelotonsschool te paard in 73„Daar de aan val in den oorlog de belangrijkste en meest beslissende handeling der ruiterij is, moet hij zoo zorgvuldig en zoo grondig mogelijk worden beoefend, en dient alles (ik cursiveer) te worden aange wend om hierin den hoogstentrap van geoefendheid te verkrijgen". Hu is hierin de uitdrukking „der ruiterij" wel vaag, maar we mogen toch aannemen, dat dit betrekking heeft op de Neder- landsch-Indische ruiterij en niet op die van den Negus van Abessinië. Ik meen dan ook, dat uit de jeugdige cavalerie-reglementen de slotsom te trekken is, dat men zich nog steeds geen juist denkbeeld heeft gemaakt van de wijze, waarop de cavalerie in oorlogstijd zal worden aangewend. Is dit wel geschied (en laten wij dit hopen), dan dient zeer zeker een onmiddellijke wijziging der cavalerie-reglementen als een hoogst noodige zaak beschouwd te worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 60