1261
of de moord, die de naaste aanleiding tot de expeditie is geweest, als een
politieke moord is te beschouwen. Anderen verklaarden over deze expe
ditie nog geen oordeel te kunnen vellen. Het had echter dezen leden be
vreemd, dat de Minister van Koloniën in de vergadering der Kamer van
20 November jl. kon verklaren van eene voorgenomen expeditie niets te
weten. In verband hiermede werd gevraagd, of de Indische Kegeering
den Minister voor een fait accompli heeft geplaatst. Door één lid werd
overlegging gevraagd van alle op de aanleiding tot het zenden der expe
ditie betrekking hebbende bescheiden. Er waren ook vele leden, die meen
den, dat de noodzakelijkheid van het zenden der expeditie naar Korintji
voldoende blijkt uit de uitvoerige mededeelingen, verstrekt in het Kolo
niaal Yerslag.
Voorts werd nog gevraagd, of de Minister eenige mededeelingen kon
doen omtrent de vraag, of ten gevolge van het optreden der militaire
macht het verzet in Korintji kan geacht worden te zijn gebroken.
Door enkele leden werd de wensch uitgesproken, dat, ter voorkoming
van militaire expeditiën en tot het verkrijgen van vreedzame aanrakingen
met zelfstandige vorsten en hoofden, overgegaan zou worden tot de ook
ten vorigen jare aanbevolen oprichting van een bureau voor politieke
aanrakingen.
Door een der leden werd gevraagd, of er bepaalde plannen bestaan ten
aanzien van hetgeen met betrekking tot ons gezag op Sumatra bereikt zal
moeten worden. Is de bedoeling langzamerhand alle staten in het binnen
land onder ons rechtstreeksch bestuur te brengen Of wil men zich bepalen
tot het verkrijgen van eene meer geregelde aanraking met die staten
Gaarne zouden eenige leden zien overgelegd het rapport dat, naar zij
meenden, door dr. Kiewiet de Jonge is uitgebracht omtrent den gezond
heidstoestand op Nieuw-Guinea.
Ilde Afdeeling.
Onderafdeeling 17. Door enkelen werd er op gewezen, dat nog steeds
dwangarbeiders op expeditie worden medegenomen. Opnieuw kwamen
zij tegen deze wijze van handelen op. Hiertegenover herinnerden ande
ren er aan, dat de Minister er op bedacht is het gebruik van dwangar
beiders bij expedities zooveel mogelijk te beperken. Verwezen werd naar
hetgeen daaromtrent gezegd werd in de Memorie van Antwoord op het
Verslag der Eerste Kamer betreffende de loopende begrooting, bladz. 7.
IYde Afbeeling.
Door eenige leden werd opgemerkt, dat de onveiligheid voor personen
en goederen op Java voortdurend schijnt toe te nemen, zooals blijkt uit
de vele diefstallen ook van vee ketjoepartijen, moorden en de vele