1264 Terwijl naar de vroeger bestaande bepalingen de vonnissen van den krijgs raad in den vollen raad moesten worden uitgesproken, is blijkens het ver melde op bladz. 151 van het Koloniaal Yerslag bij Koninklijk besluit van 17 Juni 1902 Indisch Staatsblad n°. 335) bepaald, dat die uitspraak zal geschie den in tegenwoordigheid van twee commissarissen uit den krijgsraad. Gaarne zou men vernemen welke redenen tot deze verandering hebben geleid. Blijkens het Koloniaal Yerslag (bladz. 113) is het advies van het leger bestuur over de vraag, of het wenschelijk is voor inlanders uit voorname geslachten de gelegenheid te openen in Indië tot officier te worden opgeleid, aan de Indische Regeering ingediend. Gevraagd werd welk advies het legerbestuur gegeven heeft en welke de voornemens van den Minister te dezer zake zijn. Op bladz. 47 der Memorie van Antwoord betreffende de loopende begroo ting deelde de Minister mede, dat omtrent de samensmelting van de officiers kaders van het Nederlandsche en Indische leger geene beslissing kan worden genomen, zoolang geen overleg is gepleegd met den Minister van Oorlog, welk overleg echter moest wachten op het eindadvies van de Indische Re geering. Kan thans ter zake eenige nadere mcdedeeling worden gedaan Op overlegging van dat eindadvies werd door sommigen prijs gesteld. Gaarne zouden eenige leden vernemen hoe het thans staat met de ver wapening van het veld- en berggeschut in Indië. Gevraagd werd hoe de detacheering van miliciens bij het Indische leger werkt. Yoorts werd de vraag gesteld, of do ervaring bij de expeditie naar Korintji opgedaan geen aanleiding geeft om te betwijfelen of de aanval op versterkte punten wel altijd voldoende wordt voorbereid en of daarbij wel voldoende gezorgd wordt voor tijdige aanvoer van geschut. Betwijfeld werd of wel voldoende controle gehouden wordt op de quali- teit der leverantiën van voedingsmiddelen voor het Indische leger. De soldaten mogen de hun toekomende rijst tegen andere vivres ruilen. Wordt daarop behoorlijk toezicht gehouden en gezorgd dat de soldaten krijgen wat hun toekomt Ten vorigen jare is door den Minister verklaard (zie Memorie van- Antwoord, bladz. 48), dat hij zich voorstelde met den Gouverneur-Gene raal in overleg te treden over het concubinaat in de kazernes en daarbij te doen blijken van zijne meening, dat bedachtzame uitbreiding van de gelegenheid voor militairen beneden den rang van officier om een wettig huwelijk aan te gaan zeer de aandacht verdient. Hetzelfde wordt aanbevolen door de commissie voor het onderzoek naar het paupe risme onder de Europeanen, welke in overweging geeft daartoe van lands- wege eenvoudige, doch geriefelijke woningen, in de nabijheid der kazer-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 644