1267 inlichting te zullen vragen over het voorhanden zijn van de noodige kolenvoorraden in Indië met het oog op eventueel intreden van oorlogs toestand. Gaarne zou men vernemen welke inlichtingen dientengevolge ontvangen zijn. Ook vroeg een der leden hoe de Minister denkt over het gebruiken van particuliere stoomschepen als hulpkruisers Naar het schijnt, liggen de oorlogsschepen somtijds zeer lang in her stelling. Bepaaldelijk is dat het geval geweest met de Noordbrabant. Ge vraagd werd hoe dit komt. Een der leden meende, dat de reden hiervan is gelegen in de gebrekkige behandeling der machines, waartoe het tekort aan machinisten aanleiding geefc. Opnieuw werd de uit het oogpunt van hygiëne bedenkelijke toestand der kazerucgebouwen te Soerabaja, welke door de schepelingen der marine worden betrokkon, ter sprake gebracht. Ten vorigen jare verklaarde de Minister in de Memorie van Antwoord, dat eene gedachtenwisseling met den Gouverneur-Generaal was geopend ten einde na te gaan wat ter ver betering gedaan kon worden. Gaarne vernam men hoe het thans met deze zaak staat. Onderafdeeling 138. Sommige leden hadden met genoegen kennis geno men van het voornemen om de kust verlichting belangrijk uit te breiden. Gevraagd werd of het ter bespoediging van de afwerking van het licht op Diamantpunt niet wenschelijk ware dat, nevens f 12 000 voor ijzer werken, eene som werd aangevraagd voor het lichttoestel. Naar schatting zou f 6000 daarvoor voldoende zijn. Op die wijze zou dan, naar men meende, dit belangrijke werk in 1904 gereed kunnen komen. Met het oog op het groote belang vau behoorlijke verlichting te dezer plaatse wenschte men verder te vernemen op welken afstand in zeemijlen het op den vuurtoren te Diamantpunt te stellen licht te zien zal zijn. Yoorts vroeg men, of niet in het werkplan, zooals het thans is ontwor pen, de bouw van een eenvoudig licht op Poeloe Weh, en wel op den heuvel Tjot Penimpoean, opgenomen behoort te worden. Dit werd te wenschelijker geacht, nu beslist is, dat de schepëTt der Maatschappij „Ne derland" de Sabangbaai zullen aandoen. UITGAYEN IN NEDERLAND, lilde Afdeeliko. Onderafdeeling 17. Geklaagd werd over het lange tijdsverloop dat niet zelden voorbijgaat tussclien het feit, dat aanspraak geeft op de Militaire Willemsorde en het verleenen dier orde. Men wenschte, dat hierin ver betering zou worden gebracht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 647