704
wordt gij allen uitgenoodigd, hetzij door toezending van een briefkaart,,
hetzij door inteekening op de binnenkort verspreid wordende inteeken-
lijsten, waarbij een 'proeve van bewerking wordt aangeboden, van uwe
belangstelling te doen blijken.
De prijs zal bedragen voor abonné's op het Ind. Mil. Tijdschrift 1,50
en voor niet-abonné^s f 2,50.
Ten slotte wordt nog medegedeeld, dat de in 1900 aan de uitgevers
v/h. Ind. Mil. Tijdschrift toegezonden onderteekende inteekenbiljetten bui
ten beschouwing worden gelaten.
VOORWOORD.
De vele overplaatsingen, waaraan de officieren van het Nederlandsch-Indische leger nood
gedwongen onderworpen worden, zijn onder meer oorzaak, dat slechts weinigen zich de-
weelde van een goede bibliotheek kunnen veroorloven. Zeer weinigen zijn dan ook nog
in het bezit van de volledige jaargangen van het Indisch Militair Tijdschrift, verschenen,
gedurende de jaren, dat zjj op bedoeld tijdschrift waren ingeteekend. Yelen zijn zelfs om
die reden geen abonné op het orgaan van hun leger.
Dit alles maakt het begrijpelijk, dat het gros onzer officieren onkundig is van de vele
belangrijke opstellen en van de talrijke nuttige gegevens, die in dat tijdschrift voorkomen
en dat, waar die kennis in meerdere of mindere mate aanwezig is, zij zich hoofdzakelijk
slechts uitstrekt tot de laatste jaargangen. Meer dan voor eenig ander tijdschrift is dam
ook voor het Indisch Militair Tijdschrift het bestaan noodig van een behoorlijk geordende
inhoudsopgave over de verschenen jaargangen.
Overtuigd van het groote nut, dat een dergelijke „Inhoudsopgave" niet alleen in biblio
theken en op militaire bureaux, niet alleen voor officieren, die zich aan de studie wijden,
maar in het algemeen voor alle officieren stichten kan, heeft ondergeteekend e zich een
paar jaar geleden aan den arbeid gezet om dat werk tot stand te brengen. Zonder de-
geheel belangelooze hulp van iemand, die onbekend wenscht te blijven en die hem een
groot deel van het werk uit handen heeft genomen, zou het geheel echter vermoedelijk
niet of althans nog niet tot stand zijn gekomen. Het is hier de plaats met een
enkel woord dien medewerker mijn dank te betuigen.
Groote voldoening zou het voor ons beiden zijn, indien het weinig kostbare boekwerk,
naast Barre en andere voor den Indischen officier onmisbare werken, een eereplaats mocht
verwerven op ieders schrijftafel.
Omtrent den inhoud van het werk en zijne indeeling gelooft de ondergeteekende nieir
in bijzonderheden te moeten treden; zij spreken voor zich zelf. Slechts zij aangeteekend,
dat hij een keuze heeft moeten doen, welke VariaWenken voor de practijk enz. wel5.
welke niet meer der vermelding waard zijn. Hij hoopt hierin, volgens zijne eventueele
beoordeelaars, zoo goed mogelijk geslaagd te zijn.
Ten slotte de wensch uitgedrukt, dat de uitgave van deze „Inhoudsopgave" ten gevolge
zal hebben, dat nog dikwijls een oude jaargang van het I. M. T. te voorschijn gehaald''
zal worden uit de boekenkasten van menige bibliotheek, waar hij reeds gedoemd scheen*
te zijn een eeuwigen winterslaap te genieten.
WeltevredenJuli 1903. C. F. H. Tückermann.