716 het overwinnen van deze moeielijkheid, ligt óók in het begrip" van tact opgesloten. Het voorkomen van de fouten, zonder dat dit nadeel voor den dienst mag teweeg brengenmoet derhalve den aspiranten als plicht worden opgelegd. Bij de uitoefening van den dienst zullen er, dit kan niet anders, steeds fouten door den man worden gemaakt. Het gekozen voorbeeld strekke hier ten overvloede tot bewijs. Zulks moet hij, die met eenig gezag bekleed is, begrijpen, opdat hij zooveel te meer eigen verantwoordelijk heid voele, om door zijn optreden en zijne bevelen geen aan leiding te geven tot het ontstaan van andere, om het zoo eens te noemen, minder natuurlijke fouten. Bit nu kan slechts de supe rieur, die, door zelfkennis en menschenkennis geleid, met tact de- belangen van den dienst aan die der individuen weet te verbinden,, en dit te leeren zij derhalve het einddoel, waarnaar de luitenant bij de vorming zijner aspiranten te streven heeft. Dan zullen de zen, eenmaal definitief als meerderen aangesteld, vanzelf gaan inzien, hoe nadeelig het voor orde en gezag beide is, het opsporen der foutendus het controleeren hunner minderen, als de eenige en alles omvattende plicht te beschouwen, terwijl zij het beneden zich zullen achten om het gezag te handhaven met behulp van achter docht, list of dwarskijkerij. Het zal wel geen betoog behoeven, dat de taak, welke we hier- den luitenant op de schouders leggen, verre van gemakkelijk is. Toch mag zij volstrekt niet als voor hem te zwaar worden aan gemerkt. Zoowel zijne opvoeding in het ouderlijk huis als zijne latere militaire vorming geven volkomen het recht, van hem te- veronderstellen, dat hij alles, wat wij hier en vroeger over karak tervorming neerschreven, kan begrijpen en toepassen, en alleen in de eerste jaren zal hij, bij gebrek aan eigen ondervinding, den steun en de voorlichting van zijn kapitein meer in het bijzonder behoeven. Men stelle zich, bij het beoordeelen der capaciteiten van den tegenwoordigen troepenluitenant, op een ander stand punt, dan hetwelk men tot dusverre innam. Thans beschouwt men hem voor zoo wat niets bruikbaar, maar vergeet, dat deze op vatting, in theorie door niemand beaamd, maar in de practijk door ieder toegepast, haar ontstaan slechts dankt aan de verkeerde arbeidsverdeeling tusschen den kapitein en zijne luitenants, dus

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 94