808 Voor het gedeelte, dat als „algemeene inleiding" van elke schets zal hebhen te gelden, raden wij aan, om als bij de jury (en later bij de andere lezers) bekend te veronderstellen betgeen te dien opzichte is bijeengebracht in de „Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië", en dus van dezen, onder des lezers bereik te achten, tekst alleen dan te gewagen, als men dien wenscht te verbeteren of aan te vullen. Hoofdzaak moet blijven het sociaal-economisch, gedeelte: de tot een leesbaar geheel verwerkte berichten, betreffende nijverheid, landbouw, viscbvangst, scheepvaart, handel, in- en uitvoer, verkeer, enz., waar noodig aangevuld met bijzonderheden over land en volk, terwijl voorts ook datgene van veel waarde te achten is, wat tot de juiste kennis der plaatselijke beteekenis van de verschillende natuurlijke voortbrengselen voor het onderhavig gewest, landschap, eiland, of hoofdplaats, zal kunnen bijdragen. Ten opzichte van de wijze van uitgave dezer economische schetsen kan thans alleen nog slechts worden opgemerkt, dat naast eene afzonderlijke publicatie van een of meer der best gekeurde antwoorden, er bij eene zeer ruime beantwoording dezer prijsvraag misschien aanleiding zal zijn tot de gezamenlijke uitgave in den vorm van een Nederlandseh-Indisch economisch handboek. De voordeelen, die wellicht uit eene publicatie der ingekomen monographieën mochten kunnen voortvloeien, zullen zooveel doenlijk den schrijvers ten goede komen. Wanneer de Commissie van het Koloniaal Museum de uitgave niet kan tot stand brengen, worden de niet ter perse gaande opstellen weder ter beschikking der schrijvers gesteld, met wie in ieder geval vóór het doen drukken overleg zal worden gepleegd. Opgenomen onder het oudste een vierde gedeelte sedert de laatste opgave. Infanterie. De kapiteins: A. K. A. Gijsberti Hodenpijl; L. F. SchroderE. Kroef en H. J. Creutz Lechleitner. Opgenomen onder de oudste helft sedert de laatste opgave. Infanterie. De kapiteins: F. Schütt; J. P. A. Wilhelm; B. Filet; Jhr. C. F. Goldman. De le luitenants: L. T. van der Kruk; W. Aars; F. Halkema; J. W. G. Stemfoort; W. F. H. Epke; R. E. Filet; C. A. Rogge; P. F. Habraken; D. H. J. van Bremen; T. J. C. Mulder; E. A. Ebbink. Genie. De kapiteinA. S. Ruzette.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 186