HEX EX AXDER OVER HET MARCHEEREX EX HET IX STEL-
L1XG K03IEX DER VELDARTILLERIE TEGEXOVER
EEX BUITEXLAADSCHEX VIJAXD.
Het is naar aanleiding van het voorkomende in het Velddienst
voorschrift over het marcheeren der veldartillerie, dat ik het
volgende wenschte op te merken:
Op bldz. 39 daarvan vinden we:
„De normale verdeeling der gangen hij veldartillerie in vlak
„terrein is afwisselend IJ KM. draf (7£ minuut) en H KM. stap
„(17 minuten), waardoor bij marschen van niet langeren duur
„dan 5 uren met inbegrip der rusten, een gemiddelde marsch-
„snelheid woidt verkregen van 105 M. in de minuut" (d i
ruim 30 KM. in de 5 uur).
Bij deze berekening wordt dus uitgegaan van een tempo draf
van 200 M. en stap van 88 M. in de minuut, zuiver volgens de
stukrijderschool le gedeelte.
Ieder veldartillerist, die eenige behoorlijke marschoefeningen
heeft medegemaakt, zal echter dadelijk moeten opkomen tegen
dit draftempo van 200 M.dit is kortweg te noemen: „niet
mogelijk" voor een marsch van enkele uren. De 2e veldbatterij
heeft in 1902 gedurende vrij langen tijd training gehouden voor
dat tempo en bereikte het ook, maar kon dat toch nooit langer
dan een uur of drie volhouden. En zeker is deze marschsnelheid
van ruim 30 KM. in den tijd van vijf uren nooit te bereiken,
wanneer er slechts zoo weinig wordt gerust, als op bldz. 40 van
het Velddienstvoorschrift is aangegeven, n.l. na het eerste half
uur vijf minuten en halverwege vijftien minuten, wanneer de
marsch niet langer dan vijf uur duurt. In de eerste plaats zijn
die vijf minuten z. g. stalhalte niet voldoende; 7^ of nog liever
10 minuten is zeker noodig. Verder kunnen de paarden na een
marsch van uur ook niet behoorlijk tot rust komen in een
tijd van een kwartier; de ondervinding wijst dat beslist uit.