95 - geldelijke opofferingen, terug te keeren tot het vroeger bij het pupillen- korps gegeven ambachtsonderwijs. Wat de aanneming van pupillen op den jeugdigen leeftijd van 812 jaar aangaat, mag de ondergeteekende niet onopgemerkt laten, dat de commissie voor het onderzoek naar pauperisme onder de Europeanen, juist het denkbeeld heeft geopperd om de pupillen op nog jeugdiger leeftijd aan te nemen, en dien leeftijd te stellen op 6 14 jaar, „ten einde" zoo schrijft zij op pag. 49 van haar rapport „eenerzijds die kinderen zoo vroeg mogelijk te onttrekken aan de vaak schadelijke om geving in de ouderlijke woning, anderzijds hen eerst tot het eigenlijk korps te doen overgaan op een leeftijd, waarop met meer recht een blij vende invloed was (ware) te verwachten van de in de gestichten aan hunne zedelijke opvoeding bestede zorgen". Ook mag niet voorbij gezien worden, dat de pupil in geen geval ge dwongen is om op den 19 jarigen leeftijd over te gaan tot het leger, daar verzoek om ontslag niet is uitgesloten en, voor zooveel den ondergeteekende bekend is, als het werd gedaan, steeds is ingewilligd geworden. Onderaf deeling 119. In den regel en daarvan wordt alleen afgeweken als bij uitzondering een detachement van bijzondere sterkte moet worden samengesteld wordt een detachement suppletietroepen slechts door drie officieren begeleid. Alleen de commandanten, die gekozen moeten worden uit de meer ervaren naar Indië terugkeerende officieren-verlofgangers, hebben daarbij eenig geldelijk voordeel, daar zij gedurende de reis acti viteitsinkomsten genieten, in plaats van verlofstraktement. De medege leiders, gekozen uit de jong aangestelde tweede-luitenants, genieten óók activiteitsinkomsten, maar die vallen hun, volgens de bestaande bepalin gendie rekening houden met de zooveel geringer inkomsten dier offi- t eieren óok ten deel, als zij zonder detachement reizen. De opmerking, dat het optreden als officier-geleider van troepen lang zamerhand eene soort van gratificatie geworden is, berust derhalve op een misverstand en de post is inderdaad niet voor vermindering vatbaar. Onderaf deeling 129. In den regel is er eenige tijd mede gemoeid voor dat nieuwe maatregelen wortel schieten in de maatschappij. Een andere oorzaak dan deze natuurlijke traagheid kan de ondergeteekende niet aan geven voor het verschijnsel, dat zich aanvankelijk slechts 7 Europeanen en 2 inlanders bij de legerreserve hebben verbonden. Die traagheid zelve is intusschen voldoende om de voortzetting van de proef te motiveeren. Van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië zijn nog geen mededeelingen ontvangen omtrent de resultaten aldaar verkregen met de bij ordonnantie van 30 Augustus jl. getroffen regeling omtrent de oprich ting van vrij willigerkorpsen in Indië. De ondergeteekende zal trachten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 111