Ill belicht wordt, waardoor op den steen (of plaat) een positief spiegelbeeld ontstaat, en 2e die, waarbij papier, dat met eene voor licht gevoelige stof bedekt is, onder een recht negatief belicht wordt, waardoor op dat papier een positief beeld ontstaat, dat, na behoorlijk ont wikkeld en behandeld te zijn, geschikt is om, middels overdruk, op den steen (of plaat) in positief spiegelbeeld te worden overgebracht. De eerste methode noemt men de directe, de laatste de indi recte methode van overbrenging. Waar het tegenwoordig standpunt der photographie toelaat vrij wel alles middels photolithographie te verveelvuldigen, spreekt het vanzelf, dat dit met de op het eind van het vorig hoofd stuk bedoelde, van eene opnemingsbrigade ontvangen kaart vrij gemakkelijk kan geschieden en het is nu maar de vraag of men de gereproduceerde kaart in één of meer kleuren wil vervaardigen. Moet de verveelvuldiging in ééne kleur (bv. zwart) geschie den, dan wordt de kaart op de gewone wijze gephotographeerd en het cliché waar noodig geretoucheerd, daarna het beeld mid dels indirecte overbrenging op steen overgebracht, het op steen staande beeld weder geretoucheerd, waarna de kaart afgedrukt kan worden. Deze werkzaamheden, die later elk op zich zelf nader omschreven zullen worden, kunnen in 5 a 6 dagen afge- loopen zijn, mits de eischen betreffende netheid van afwerking niet hoog gesteld worden en de kaart niet groot is. Eischt men eene net afgewerkte kaart, dan moet vooral aan de retouche der photographische clichés veel meer tijd besteed worden dan hier boven werd aangenomen. Doordat nl. de kaart in verschillende kleuren geteekend is, is het niet mogelijk den tijd, dien de voor licht gevoelige plaat aan de inwerking van het licht blootgesteld moet worden, zoodanig te regelen, dat alle lijnen even scherp op het cliché uitkomen; de blauwe lijnen zullen meestal te lang blootgesteld en dus gesluierd, de zwarte lijnen te kort blootge steld en dus te dik zijn en beide zullen op het cliché tot scherpe lijnen gemaakt d.w.z. opnieuw geteekend moeten worden (de laatste na alvorens met O. I. inkt afgedekt te zijn), wat natuurlijk nogal tijd kost. Bovendien zal de lettering dan toch bijna altijd te wenschen overlaten, daar hieraan bij de opnemingsbrigades minder zorg besteed wordt en de namen ook dikwijls niet op de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 127