122
van het terrein met zoovele moeilijkheden gepaard, dat ik
durf zeggen, dat van die zijden zelden of nooit wapens inge
voerd zijn.
De Barito, de eigenlijke hoofdweg naar en door de Boven-
Doesoen, hebben wij ten allen tijde in onze macht gehad. Er
heeft dan ook steeds een zg. consentenstelsel bestaan voor op
voer langs de Barito, doch dit werd in den eigenlijken zin van
het woord het eerst in al zijn gestrengheid toegepast, toen het
civiel oestuur in de Boven-Doesoen in handen kwam van den
commandant der mobiele colonne te Poeroek Tjahoe.
Als blanke wapens vindt men hier: de mandaw, de bladaw, de
lans en de werpspies, voorts de soempitan blaaspijp van
ijzerhout, dikwijls nog van een lanspunt voorzien. Om mandaw-
of sabelslagen af te weren, gebruikt de Dajak het schild. Lansen,
werpspiesen, soempitans zijn nooit tegen onze troepen gebruikt.
De vijand bediende zich uitsluitend van geweren. Lilla's en ka
nonnen zijn hier ook niet vreemd. Toen de „Selatan" een
kleine stoomer, ter beschikking van den assistent-resident der
Doesoenlanden en thans bemand met een marinedetachement
onder een luitenant ter zee 2e klasse en bewapend met een snel
vuurkanon van 3.7 c.M. indertijd ter verkenning bovenstrooms
Poeroek Tjahoe werd uitgezonden, werd zij nabij Moeara Djaan
hevig met lilla's beschoten. Ook toen onze troepen, per stoo
mer opgevoerd naar de Menawing, te Bras Koening aankwamen,
kregen zij vuur uit geschut.
In het begin van 1903 werd door de colonne getracht Belawan,
de tijdelijke verblijfplaats van de Pegoestian, over land te berei
ken. Men bemerkte al spoedig, dat de daarheen toegang verlee-
nende voetpaden zorgvuldig werden bewaakt en krachtig verde
digd. Toen o.a. van het tijdelijke bivouak Toembang Siroen zie
Plaat VII door een patrouille in de richting van Belawan werd
verkend, stuitte zij telkenmale op rottans, die a cheval van het
gevolgde pad waren gespannen. Deze rottans konden slechts met
groote moeite worden opgeruimd, daar zij een groot eind aan
weerszijden van het pad, in het dichtbegroeide zijterrein, door
liepen. Sommige dezer rottans waren verbonden met valboomen,
die de patrouille bedreigden. De vijand had de stammen zoover
gekapt, dat zij, zoodra de spits der patrouille tegen de rottans