185 te doen deze meening van onze tegenstanders hier als motto te kiezen. Zij toch zullen het beeld van onze krijgstucht in zijn gansche naaktheid hebben beoordeeld, waardoor allicht enkele minder zuivere lijnen in het oog springen. En waar wij ons hier bezighouden met de opvoeding van den recruut, deze alzoo heb ben te bezielen door diezelfde tucht waarvan sprake is, daar mogen we die gebreken niet voorbijzien, of in blinde zelfgenoeg zaamheid negeeren. Inderdaad is het van het grootste belang dat het thans te be spreken element van onze tucht, bij zijne toepassing in de prac- tijk, 's mans individualiteit onaangetast laat, omdat, zooals wij dit reeds vroeger uiteen zetten, zij juist de grondslag is, waarop de verdere opvoeding moet worden gebouwd en voltooid. On dermijnt men dien grondslag, er kan van opvoeden, d. i. zede lijk vormen, geen sprake zijn, en de grootste, meest intensieve kracht van het leger de moreele wordt willens en wetens gefnuikt. Dringend noodzakelijk is het derhalve, dat dit be standdeel der tucht worde ontleed, opdat ook wij ons niet blind staren op het uiterlijke, maar doordringen tot het wezen der zaak. En, ontdaan van alle ondergeschikte bijzaken, blijft ons één argu ment over, om de aanvallers op ons tuchtstelsel te weerleggen, nl. dit: dat wel is waar elk gegeven bevel zonder de minste te genspraak ten allerspoedigste door den man moet worden uit gevoerd, maar dat de wijze, hoe die uitvoering geschieden zal, toch geheel aan diens eigen wil en oordeel wordt overgelaten. In dit laatste schuilt o.i. het bewijs, dat het vonnis, hetwelk men over onze krijgstucht velt, verkeerd en onbillijk is, en die krijgstucht wel degelijk het recht heeft zich te mogen beschou wen als middel van opvoeding. Zoodra dit argument echter vervalt, bestaat er werkelijk heel veel gevaar voor vernietiging der individualiteit, maar dan ook tevens voor een gansch en al verkeerde toepassing der tucht. Alsdan worden er automaten gekweekt, menschen zonder eigen opvatting en wil, die, zoodra zij zonder hulp van meerderen tot handelen gedwongen worden het hoofd verliezen, en waarop dus in benarde omstandigheden wanneer dit het meest noodig zoude zijn, niet te rekenen valt Alvorens echter over dit vrijlaten van eigen inzicht betref fende de uitvoering te spreken, moet aan den recruut eerst wor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 151