136
den verklaard, waarom de allerspoedigste uitvoering van elk bevel
van hem moet worden gevergd, en waarom daarbij van hem geen
tegenspraak kan worden geduld. De redenen, hiervoor op te
geven, moeten in verband met die, waarom de orde noodzake
lijk is, worden behandeld. Helder moet hij begrijpen, dat het
niet dadelijk voldoen aan een gegeven bevel met het stichten
van wanorde gelijk staat, en dit niet alleen direct schadelijk is
voor den dienst, maar ook indirect voor hem zeiven en voor zijne
kameraden. Voorbeelden uit het kazerneleven en het garnizoen
moeten hem dit duidelijk maken, zoodat hij op voor hem bevattelij
ke wijze tot het besef kan komen van de noodzakelijkheid der over
hem uitgeoefende macht. Verder moet men verklaren bet doel
waarvoor het leger dient. Dat dit niets anders is dan het handha
ven der staatkundige en maatschappelijke orde, waartoe hij een
maal, als geoefend soldaat, verplicht zal zijn mede te werken. Zal
hij echter aan dit doel bevorderlijk kunnen zijn, dan moet op hem
onder alle omstandigheden en ten allen tijde kunnen worden gere
kend, dus ook dan, wanneer eigen leven in gevaar komt. Dat hij
dus de zucht naar zelfbehoud in zoo'n moment moet weten te on
derdrukken, dit het moet hem duidelijk vooroogen worden gesteld
niet alleen in het belang van den dienst, maar ook alweer in dat
van hemzelven en dat zijner kameraden. Voorloopig moet men
op dit laatste steeds terugkomen. Doorhem eens een eenvoudig
geval „voor den vijand" te schilderen (bv. een kleine patrouille,
waarvan hij deel uitmaakt, die in gevecht geraakt), kan men heel
duidelijk alle gevaren, waaraan hij zelf bloot staat, voor oogen stel
len, indien nl. de commandant, al ware deze slechts een korporaal
of ouder soldaat, niet onmiddellijk door allen wordt gehoorzaamd
zonder tegenspraak of weifeling.
Evenals bij het leeren van orde, is het ook bij het onderricht be
treffende dit deel der tucht van het grootste belang, dat de meer
dere, die den recruten tot onderwijzer en leider zal dienen, zoo
spoedig mogelijk hun vertrouwen wint, hetwelk, eenmaal gewon
nen, door niets ter wereld mag worden geschokt. Dit is een onaf
wijsbare voorwaarde om het hier bedoelde tuchtsbestanddeel naar
eisch te kunnen inprenten en ingang te doen vinden. Dit vertrou
wen, het moet niet zoozeer op zijn meerdere kennis als onderwij
zer, dan wel op zijn betere gaven als welopgevoed en beschaafd