141 lien en moeten gepaard gaan met de opheldering van het „waarom" van eenigerlei commando of beweging. Bij den eisch, in het gelid «til te staan, legge men uit het noodzakelijke en het nut hiervan bij het leeren der richting geve men een denkbeeld van de orde en netheid, hierdoor te verkrijgen; bij het onderwijzen der handgrepen geve men een inzicht in het doel der beweging, enz., enz. Alleen door in den beginne op een dusdanige wijze de recrutenschool te onderwijzen, zal men het stijve en straffe van dit reglement kunnen verzachten, wat dringend noodig is, zal de burger-recruut niet al dadelijk met weerzin vervuld raken tegen alles, wat hem van andere reglementen en voorschriften geleerd wordt, of, zooals het in de brochure heeteen diepe minachting voor en afkeer van het militaire stelsel gaan koesteren. Overigens moeten als eerste en voornaamste practische oefenin gen op het programma staanzwemmen, sportspelen, gymnastiek en schermen. Met deze oefeningen, en niet met het leeren van de positie en den hanepas dient men te beginnen. Te veel wordt bij de beoordeeling hiervan uit het oog verloren, dat voor hem, die in sport, gymnastiek enz. behoorlijk geoefend is, het onderricht in die paalrechte houding en wat daar verder op volgt bijna over bodig wordt, omdat men bij al die spelen en oefeningen als van zelf, dus meer geleidelijk, die elementaire recrutenschool-zaken zich eigen maakt. Wij voor ons wenschen dan ook dat de recruut zooveel mogelijk in de gymnastiekzaal en op de hindernisbaan in de eerste afdeeling van de recrutenschool onderwezen wordt en dit bij wijze van afwisseling, en, zoolang hij nog zonder ge weer exerceert en indien het klimaat zich hiertoe leent, zonder attila aan. Verder moeten al die practische oefeningen zich kenmerken door opgewektheid en leven. De instructeur, nu dit woord in zijn ware beteekenis genomen, moet de grens in het oog weten te houden waar de orde ophoudt en de wanorde begint, en, daar mede alleen rekening houdende, de verveling door vroolijkheid weten te bannen. Meer nog dan op het aanleeren van kennis of het zich eigen maken der bedrevenheid in de onderwezen practijk, •zal de compagniescommandant als chef, inzonderheid gedurende ■de eerste maanden, hebben te letten op den geest zijner onderge schikte recruten, of deze zich nl. door opgeruimdheid, dan wel door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 157