205 2e door ze in recht beeld op eene bijzondere soort papier te teekenen en het geteekende op een steen in spiegelbeeld af te drukken, 3e door ze op gewoon teekenpapier te vervaardigen en dan de teekeningen middels autotypie of lichtdruk op steen over te brengen. De onder le genoemde methode wordt bij het Topographisch bureau bijna altijd toegepast. Yoor de toepassing der eerste wijze moet de steen zoogenaamd gekorreld zijn 1), d.w.z. de oppervlakte moet eenigszins ruw gesle pen worden; daardoor wordt het mogelijk, dat de steen teekenaar, die met lithographisch (vet) krijt teekent, de tinten zacht laat uit vloeien, wordende in de lichtere gedeelten de uitstekende korrels van den steen slechts even aangeraakt. De juiste plaats dier tin ten wordt aangegeven door op den steen met eene slechts even zichtbare lijn öf den loop der rivieren met hare zijtakken, of—bij de topographische kaarten den vorm der hoogtelijnen te teekenen. Zoodra de teekening gereed is, wordt de steen geëtst met eene gom-ets (evenals bij de volle tinten, blz. 197); daarna laat men hem een nacht over staan, wascht hem dan af met water, waarin gom gemengd is, rolt hem in met zwarten drukinkt, poedert hem, etst hem na en wascht hem uit met terpentijn, waarna hij tot het maken van een groot aantal afdrukken geschikt is. Bij de onder 2e genoemde wijze wordt de teekening met litho graphisch krijt op zoogenaamd gekorreld autographisch papier in recht beeld vervaardigd en daarna op den steen overgedrukt. Alvorens dit laatste kan geschieden moet het papier aangevocht worden, wat nog wel eens aanleiding geeft tot moeilijkheden bij de sluiting. Yoor het overige ondergaat de steen de gewone be handeling, waarbij niets bijzonders valt op te merken. Hoe de onder 3e genoemde wijze toegepast zou kunnen wor den, blijkt hieronder. b. De Autotypie. Werd bij de hiervoren behandelde vormen van photolithographie steeds de indirecte overbrengingsmethode toegepast, bij de auto- 1) Men maakt hierbij onderscheid tusschen grof- en fijngekorrelde steenen, welk on derscheid voor den leek echter niet zichtbaar is. Dl. I. 1904. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 219