6 genwoordiger, luitenant-generaal Graaf Dumonceau, Adjudant- Generaal en Chef van het Militaire Huis, ohtvangen. Precies te 12^4 uur verscheen Z. Exc. op het terrein, vergezeld van Hr. Ms. ordonnansofflcier, luitenant Jhr. Sickinghe. Z. Exc. werd ge volgd door de Ministers van Oorlog en Koloniën, den Inspecteur van het Militair Onderwijs, generaal Graaf Schimmelpenninck, Hr. Ms. Adjudant i. b. d. en Kamerheer, Voorzitter der Eerste Kamer, den Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, den oudsten reünist, gep, generaal Beijen (officier van 1842) en den Burgemeester van Breda, allen vergezeld van de hun toegevoegde officieren, w. 0. ook kapitein Boon van het N. I. leger, leeraar aan de K. M. A. Na de gebruikelijke eerbewijzen werd het Ca- dettencorps geïnspecteerd, waarna generaal Dumonceau zich op stelde vóór het midden der reünisten. De ban werd geopend en terwijl het Cadettencorps de geweren presenteerde en de reü nisten salueerden, las kolonel Sabron het Koninklijk Besluit voor waarbij hijzelf werd benoemd tot Hr. Ms. Adjudant i. b. d. en tot ridders in de Orde van Oranje-Nassau de kapitein der pon tonniers Roest van Limburg 1), de kapitein-ingenieur P. R. van Roijen, de kapitein-kwartiermeester G. van Steyn en de luitenant adjudant van den Gouverneur F. Boogaardmet de zilveren eere medaille van dezelfde orde werden begiftigd een aantal verdiens telijke onderofficieren en oud-onderofficieren, waarvan wij noemen den gep. sergeant-majoor-vuurwerker Heesbeen, eigenaar van den „Heesberg" in de Boschstraat, bij vroegere „applicaten" welbe kend, en den wachtmeester van den Vliervoet. Vooral de decoratie van den heer Boogaard werd door ieder met groote voldoening vernomen; over den ijver en de tact van den verdienstelijken secretaris der feestcommissie was slechts één roep. Generaal Dumonceau reikte zelf de eereteekenen uit. Nadat de ban gesloten was defileerden de cadetten voor Z. Exc. en opnieuw bleek het wat het corps presteeren kan, wanneer de stemming er maar is. Hoewel het jongste jaar, voor zoover af komstig van de H. B. S., ternauwernood een maand militair was, mocht het defileeren onberispelijk heeten. 1) Vroeger adjudant van den Gouverneur der K. M. A. Kapitein Roest van Limburg is de verdienstelijke schrijver van „Het Kasteel van Breda", een werk van meer dan gewone wetenschappelijke beteekenis.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 22