7
Na de revue werd de Academie door de reünisten bezocht;
ieder oud-cadet zal zich dezen pelgrimstocht kunnen voorstellen.
Bij het verlaten van het gebouw werd den reünisten uitgereikt
No. 1 van de „Reünisten-Courant", een blad, dat voortaan vier
maal per eeuw zal verschijnen.
Te 2 ure n. m. sprak kapitein Roest van Limburg de feestrede
uit in de Groote Kerk, waar behalve reünisten en cadetten ook
de officieren van het garnizoen, eenige autoriteiten en r. k en pro-
testantsche geestelijken waren uitgenoodigd. Nadat op het orgel
door prof. Grotendorst en den organist Dorrenboom de priester -
marsch uit Athalia was uitgevoerd, beklom de redenaar den
kansel. Hij herdacht het vroegere gebruik van Breda's kasteel,
het stamslot der Oranje's in Nederland, en wees op het verband
daartusschen en de tegenwoordige bestemming van het gebouw.
Ten slotte richtte hij zich meer in het bijzonder tot de a. s. officie
ren, die het voorrecht genoten in het jubeljaar 1903 cadet te zijn
en besloot zijne rede met de volgende woorden, die op het gemoed
van zijn jeugdige toehoorders grooten indruk maakten „Moge de
wijding, die er uitgaat van uw oude huis, dat een huis der Nassau's
was en der Oranje's, u, onder meer uw gansche verdere loopbaan
door, stemmen tot dien hoogen ernst en tot dien onverwoestbaren
vorstentrouw, dien ik nimmer heerlijker vond uitgedrukt dan in
dit korte, vrome woord, dat het devies was onzer Vaderen in
eeuwen van strijd: „Met God, voor Oranje
In de pauze, tusschen het eerste en het tweede gedeelte speelde
het orgel eene fantasie van prof. Grotendorst op het „Wien Neer-
landsch Bloed" en het „Wilhelmus", door alle aanwezigen staande
aangehoord. Ook bij het uitgaan van de kerk liet zich het orgel hooren.
Thans begaf zich iedereen naar het Valkenberg, waar de Ko
ninklijke Militaire Kapel eene matinée gaf, den reünisten aan
geboden door den commandant en verdere officieren van het
regiment grenadiers en jagers. Hier werd o. a. uitgevoerd een
„Caprice", gecomponeerd ter gelegenheid van het Academiefeest
door den luitenant-directeur Bouwman. Zoowel in den tuin van
het paviljoen als in het park daarbuiten zat en stond eene dichte,
aandachtig luisterende menigte.
Des avonds te 71/2 ure had het reünie-diner plaats, voor de