240 stoomers was geen sprake. Men begreep, dat een haven,eenige mijlen meer zeewaarts gelegen en bereikbaar voor schepen van het grootste type, een behoefte was voor de opkomst van den handel. Port Swettenham, genoemd naar den tegenwoordigen gouver neur van de Straits en oud-resident van Selangor, werd ont worpen en de werkzaamheden met zooveel kracht aangevangen en doorgezet, dat het thans, ruim 2 jaren later, reeds een plaats van beteekenis is. In 1902 werd de plaats door 1949 schepen (tonnen-inhoud 612.813) aangedaan, zijnde 338 schepen (194.475 ton inhoud) meer dan in 1901 de rivier binnenliepen. Goede ankergrond wordt hier aangetroffen op 7 vadem diepte (laag- water), terwijl voor schepen tot 16 voet diepgang gelegenheid is om aan de steigers te meren. Georgetoivn op P. Pinang. Op het einde der 18e eeuw trachtten de Engelschen hun ko loniaal gebied uit te breiden en vonden zij in den achteruitgang van de O.I. compagnie een goede aanleiding om zich naast de Hol landers op Malaka te vestigen. Met het doel om meerderen invloed onzerzijds te voorkomen en ook als tusschenpunt voor den handel tusschen Indië en China, nam Mr. Francis Light in 1786 het eiland Pinang en een strook op het vasteland, beide toebehoorende aan den radja van Kedah, in bezit en stichtte er 17 Juli van dat jaar eene nederzetting. In de eerste eeuw van haar bestaan kwijnde deze plaats en slechts door het meerdere verkeer door de straat van Malaka na de opening van het Suez- kanaal (1869) en door de spoedig daarna uitgebroken Atjeh- oorlog geraakte Pinang tot bloei. Thans telt Pinang (de werkelijke naam van de stad is Geor getown, doch deze wordt zelden gebruikt) 129.462 inwoners (1902) w.o. 1004 Europeanen, terwijl in 1902 2439 schepen met 2.556.032 ton inhoud ter reede kwamen. He handel jj is er belangrijk; in 1902 werd voor een waarde van 41.880.821 in- en voor 38.396.837 uitgevoerd. Een deel van haar vertier dankt de stad aan het groot aantal im migranten, grootendeels bestemd voor de Maleische staten, dat hior jaarlijks debarkeert. In 1902 bedroeg dit aantal aan Chi- neezen 69.762 en aan Tamils, bewoners van Z. Voor-Indië, 20242.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 254