251 2 officieren van gezondheid van de marine zich bevonden. Het geheel stond onder de bevelen van den kolonel van de Pol, bijgestaan door den kap. van den gen. staf La Feber, terwijl aan den majoor Meuleman het bevel werd opgedragen over de infanterie en de marine-landingsdivisie Omstreeks 9 uur op de ladang bij Toempoeh Tengga komende, ontving de voor hoede vuur in front en op rechterflank, blijkbaar van vooruit geschoven posten, die zoodoende het geheel alarmeerden. De voorhoede ging tot de gevechtsformatie over en beantwoord de dit vuur. De kolonel kwam naar voren, klom op een ladder die daar in de kampong gevonden werd en ontdekte, door zijn kijker ziende, dat aan de overzijde in den kampongrand eenige bentengs en loopgraven waren aangelegd. De hoofd macht kreeg nu bevel op te rukken en zich in de ladang op te stellen, zooals op plaat XIV is aangegeven, terwijl een sectie van de 5e mob. colonne, onder den len luit. Heidens, bij de rivier moest blijven om de gewonden in ontvangst te nemen, die hier door den off. van gezondheid Slotemaker zouden verbonden worden, alvorens naar de „Koerier" gebracht te worden. Naarmate de troepen op de ladang verschenen, nam het vijan delijk vuur, dat met salvo's beantwoord werd, in hevigheid toe de artillerie schoot met G-.K. met een opzet van 600 M., de Coe- hoornmortieren kwamen niet aan het woord. Nadat dit vuur gevecht eenigen tijd geduurd had, kreeg de bezetting van Se- roewaij met 2 sectiën van de 3e mob. colonne den last om tegen 's vijands linkervleugel op te rukken, de marine-landingsdivisie kreeg het centrum voor haar rekening, terwijl de le mob. colonne eene omtrekkende beweging moest maken om 's vijand rechter flank aan te vallen. De artillerie staakte haar vuur en volgde onder dekking van een sectie van de 3e mob. colonne achter het midden. Met kleine sprongen ging men thans sectiesgewijze voorwaarts, elke volgende sectie onder dekking van het vuur van de voorgaan de. De ambulance, aanvankelijk met de artillerie volgende, moest weldra zooveel hulp verleenen, dat dokter Karthaus de handen vol kreeg; vooral bij de marine vielen verscheidene gewonden, hetgeen wellicht is toe te schrijven aan de witte uniform der matrozen en dito petten van de mariniers. Volgen wij nu de le mob. colonne bij hare omtrekkende bewe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 265