270
Het aantal leerlingen bedraagt van af 1903 bij elke infanterie-
jonkerschool in de twee hoogste klassen te zamen 400 (te Ir-
koetsk slechts 100), bij elk der beide kozakken-scholen 120,
bij de cavalerie-school te Twer 150 en bij die te Jelissawet-
grad 300.
III. Pagekorps.
Tot het pagekorps worden slechts zoons toegelaten van hoog
geplaatste, bijzonder verdienstelijke staatsambtenaren en offi
cieren. De leerlingen verlaten het korps als officier van een
der wapens.
De opleiding heeft plaats op de wijze als bij de cadettenkorp-
sen, waarna nog een 2- c.q. 3 tal klassen doorloopen moet wor
den, waarin het programma der krijgsscholen gevolgd wordt.
Het onderricht is zorgvuldiger en ook uitgebreider, maar inzon
derheid zijn de voorrechten beduidend, die de tot officier be
noemde pages genieten.
Bij de benoeming gelden de volgende regelen
Zij, die een goed examen aflegden, worden tot „Podparut-
schik" bij het leger benoemd; de benoeming rekent in te gaan
het jaar voorafgaande aan dat, waarin het examen plaats had.
De met „voldoende" geslaagden worden eveneens tot „Podpa-
rutschik" bij het leger benoemd, doch zonder nadere bepalingen
omtrent den datum van aanstelling. Zij worden geplaatst bij
het regiment hunner keuze.
Slechts degenen, die een onvoldoend examen aflegden, komen
als onderofficier bij het leger, doch worden na verloop van 6
maanden, ook bij gebrek aan vacatures, zonder nader examen
tot officier aangesteld.
IY. Pinlandsche cadettenkorps.
Zie de noot op blz. 266.
Y. De cadettenscholen.
In de maand April 1903 werden op verzoek van vereenigingen,
uit leden van den adel bestaande, cadettenscholen voor den adel
opgericht, waarvan het aantal niet bepaald is.