275 De hoofdoorzaak van dit verrassende resultaat was het feit, dat de dienst en de positie van den Russischen officier van den ge- neralen staf bij de toenmalige organisatie van dien staf noch aan lokkend waren, noch eenig voordeel bij de bevordering boden. Tengevolge van een op last van den Keizer ingesteld onderzoek, werd de generale staf gereorganiseerd, aan de leerlingen der aca demie tijdens hun verblijf te St. Petersburg dubbel traktement toegekend en een jaarlijksche toelage van R. 142-85 verstrekt. Yan af dien tijd steeg het aantal aspiranten jaarlijks, te meer nog omdat in verband met het gebrek aan staf- en ontwikkelde offi cieren bijna elk leerling uitzicht had zelfs bij minder goed vol. doen op plaatsing bij den generalen staf. Verschillende reorganisaties hadden na dien tijd nog plaats, terwijl in 1899 eene commissie benoemd werd om een nieuw pro gramma te ontwerpen, in verband met de uitbreiding van de leerstof. Bij het begin van het cursusjaar 1901/1902 werd de academie naar een nieuw gebouw op het Preobaschenz-plein overgebracht, terwijl sedert dien de applicatorische wijze van werken meer op den voorgrond trad. De tot dusverre gevolgde methode was nl. hoofdzakelijk op geheugenwerk ingericht. Ook zal zoowel bij het toelatings- als bij het overgangsexamen schriftelijk werk den doorslag geven en vermoedelijk 1) het woordelijk opzeggen van de verschillende reglementen en dienstvoorschriften, dat tot nu toe hoofdzaak was, niet meer gevorderd worden. Verder heeft men uitbreiding van het programma op het oog met betrekking tot de practische opleiding der leerlingen tot stafofficier, een beter onder richt in, en kennis van vreemde talen, waaraan, evenals op alle Russische onderwijsinrichtingen, weinig zorg werd besteed, terwijl stafdienst in het programma wordt opgenomen, welk vak in de eerste twee cursusjaren bijna niet, en in de vervolgklasse als nevenvak behandeld wordt. Het onderricht aan de academie duurt 2-J jaar en is verdeeld over twee klassen, elk van een jaar, en een zg. vervolgklasse. Tot deze laatste worden slechts die officieren toegelaten, welke met goed gevolg de beide andere klassen doorloopen hebben1 Hun aantal houdt verband met de jaarlijksche vredesbehoefte 1) Einde 1902 was dit punt nog niet definitief geregeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 289