277 afdeeiing 3), bedraagt 314. Het aantal leerlingen in de verschil lende klassen is echter zeer afwisselend, omdat in den loop van het jaar om verschillende redenen officieren die inlichting verlaten. Rekening houdende met het bij het verlaten der academie behaalde rangnummer, worden elk jaar zooveel der daar voldaan hebbende officieren bij den generalen staf overgeplaatst, als er vacatures zijn. Een ander kleiner deel wordt gedurende de zomermaanden bij den generalen staf gedetacheerd tot het mede maken der practische oefeningen bij de troepenstaven, waarna zij voorloopig naar hunne regimenten terugkeeren om bij voor komende gelegenheid bij den generalen staf geplaatst te woi den. De niet bij den generalen staf geplaatste officieren kunnen opnieuw, na wederom aan het toelatingsexamen voldaan te hebben, den cursus bij de academie volgen. Een niet voor het toelatingsexamen geslaagd aspirant kan dit nog tweemalen hei- halen, eveneens kan dit examen opnieuw gedaan worden, na dat men om een of andere reden van de academie verwijderd is geworden. Zoo onderwierpen zich in 1900 288 officieren aan het toelatingsexamen; daarvan slaagden er 171; 27 hadden vol daan, maar konden niet geplaatst worden. Van de geplaatsten legden 67 pet. het examen voor de eerste maal af, 16 pet. vooi de tweede en 3 pet voor de derde maal, 12 pet. waren reeds vroeger op de academie geweest, doch om verschillende redenen verwijderd. II. De intendance academie. Vóór 1900 bestond geene opleiding voor intendance-officieren. Deze werden gerecruteerd uit actief dienende officieren en ten deele ook uit personen behoorende tot de beambten-categorie 1). Zij moesten hunne kennis nog door de practijk verkrijgen, waar door ook de hooger geplaatste officieren bij dezen dienst geen theoretische kennis bezaten. In 1900 werd daarom een proef genomen met de oprichting van een intendance-cursus, ten doel hebbende den a.s. intendan ten eene bepaalde vakkennis te verschaffen. Tengevolge van het besluit van 20 October 1901 heeft deze cursus eene duurzame 1) Ygl. de 3e al. van de noot op blz. 265, „Tabel o rangach".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 291