302 3 eskadrons cavalerie en 3 afdeelingen bergartillerie, samen 9000 man. Op Tsoesjima: militie: 2 bataljons infanterie, 1 eskadron cavalerie, 1 batterij artillerie. Het veldleger is ingedeeld in 1 Gardedivisie en 12 gewone divisiën. Een divisie bestaat uit: 2 infanteriebrigades a 2 regimenten met 3 bataljons van 4 compagnieën. 1 regiment cavalerie van 3 eskadrons. 1 regiment veld- of bergartillerie van 2 afdeelingen, 3 bat terijen van 6 stukken. 1 bataljon genietroepen van 3 compagnieën. 2 bruggetreinen (144 M.). 1 geneeskundige afdeeling. 7 munitiecolonnes (4 infanterie-, 3 artillerie-). 4 proviandcolonnes. 1 treinbataljon van 2 compagnieën. 1 paardendepot. 6 ambulances. 1 telegraafafdeeling. (als de divisie zelfstandig optreedt bovendien etappepersoneel). Gevechtssterkte ongeveer 14000 man. De Garde-, le, 2e, 3e, 4e, 6e, 9e en 10e divisie hebben alleen veld artillerie, de 5e, 8e, 11e en 12e alleen bergartillerie, de 7e een gemengd regiment artillerie. Bij de Garde- en de le divisie is bovendien een cavaleriebrigade van 2 regimenten a 5 eskadrons (waarvan 1 depot) en een veldar tilleriebrigade van 2 regimenten a 2 afdeelingen van 3 batterijen zij worden in oorlogstijd geformeerd tot cavaleriedivisiën. De oorlogssterkte der tactische eenheden bedraagt: compagnie infanterie: 217 geweren; eskadron cavalerie: 120 paarden batterij artillerie: 150 man, 112 paarden (6 stukken); compagnie genietroepen: 220 man; Legering der divisiën.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 316