309 rust in ons uitgestrekt gebied en zal, uit nooddwang, ook wel alleen tegen den B.V. moeten optreden, zoolang de geheele weer bare kracht van onze natie niet wordt gebruikt. Mag dat? Behooren we ons niet tot het uiterste in te spannen? Gij zult toch ook niet eenige onverlaten uw huis laten binnendringen zon der een hand uit te steken Laten we niet wachten, tot in de ure des gevaars het volksbewustzijn wakker wordt. Dan is het te laat, „Maar in den tijd der voorbereiding, na de oorlogsverklaring, kunnen nogDie tijd zal heel, heel klein zijn, rekent daar vast op. De jongste gebeurtenissen bewijzen het. En nu mag men zeggen dat het verraderlijk is aan te vallen zonder oorlogsverklaring, de tegenpartij geeft daar niets om en als ge u niet met alle kracht verweert, schrijft zij u binnen den kortstmogelijken tijd de wet voor, waaraan ge dan slechts hebt te gehoorzamen. Dus handelen van te voren en zorgen op het juiste oogen- blik gereed te zijn. Regeeren is voorzien. Wijzigingen van het Reg. Reglement duren te lang en zijn voorloopig daartoe niet noodig, doch wel alg. verordeningen, die den weer- en dienstplicht van de ingezetenen opnieuw regelen. In beginsel kunnen alle mannelijke ingezetenen binnen bepaal de leeftijdsgrenzen opgenomen worden in een landstorm en een nader aan te wijzen deel daarvan in een landweer. Die landweer behoort dan te omvatten de tegenwoordige schutterij en de weerbaarheidskorpsen. Van eene militie komt in onze kolo niën voorloopig toch niets, terwijl zij bovendien een naar ver houding grooteren last op de bevolking zou leggen dan in het Moederland. Vergeten we niet, dat we ter handhaving van orde en rust in ons talrijk eilandengebied al een staand leger moeten hebben in vredestijd, waarvoor we de militieplichtigen in 't algemeen toch niet zouden mogen gebruiken. Landstorm en landweer komen onder het Departement van Oorlog, niet alleen ter wille van eenheid van oefening en bewa pening, maar ook omdat zij in oorlogstijd daaronder zullen behooren, en alles wat weerbaarheid betreft beter door één departement kan behartigd worden. De tegenwoordige schutterijen blijven dus voorloopig bestaan, maar gewijzigd. Alle dienstplichtigen, behoudens zeer enkele vrij-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 323