332 Natuurlijk stelle men zich deze paden niet als heirwegen voor. De meeste hebben grootendeels hun ontstaan te danken aan de boschproductzoekers. Hoewel de hoofd- en algemeene richting van zoo'n pad niet verandert, worden de paden zelf telken jare verlegd naar gelang van de jaargetijden en den stand van het water, naar gelang de boschproducten weer elders worden gezocht. Door de vele riams (stroomversnellingen), die de Dajak op zijn weg ontmoet zoo hij een stroom moet volgen, gaat de op voer zeer langzaam. De sampans, waarvan men zich bedienen kan, mogen niet groot en zwaar zijn, hoogstens 2 a 3 personen kunnen bevatten, omdat zij telkens over land moeten kunnen vervoerd worden, bv. zoo een riam moet worden voorbijgetrok ken of zoo men aan een zg. tagag harok (een punt, waar men niet verder kan varen) komt. Raden Djaja Kasoema, wd. districtshoofd alhier, vertelde o.a. dat een Maleier uit Poeroek Tjahoe wel 6 maanden noodig had, om van uit deze kampong Mahakam te bereiken. Waar zoo vele hinderpalen en moeilijkheden in den weg liggen, is het toch moeilijk aan te nemen, dat van uit het Noorden en het Westen invoer van eenig belang zal plaats hebben. De eenige weg, die tegenwoordig vrij druk beloopen wordt, is die van de S. Babahoe (zijrivier van de S. Laoeng) naar Koetei Voorts bestaan in de Boven-Doesoen nog enkele verbindingen over land, waarbij het mogelijk is, dat kampongs bovenstrooms Poeroek Tjahoe gemeenschap kunnen hebben met die beneden strooms, zonder langs Poeroek Tjahoe te gaan. De voornaamste dezer paden zijn o.a.: lo. van uit de Menawing en de Beboeat, langs de Noordelijke helling van het Malangan-gebergte naar de S. Laoeng tot aan de Poeroek Boedjak; 2o. van Talok Njaring aan de Laoeng naar Makoenjoeng aan de Barito (linkeroever); 3o. van de Danau Oesoeng naar S. Kaboengan en verder stroomafwaarts naar de Barito. Voortdurend zou dus politietoezicht moeten worden gehou den op de Barito tusschen Moeara Teweh en Poeroek Tjahoe en op de Kapoeas. Stoomers, daarvoor geschikt, zijn hier in dit gewest aanwezig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 346