339 komend vraagstuk in het Ind. Mil. Tijdschrift te publiceeren. Reeds in het „Kort verslag over den tocht naar de G-ajo-landen" (dd. 10 Mei 1902) gaf ik in het kort mijn bezwaren te kennen tegen het zg. koken door den man zelf en verklaarde ik mij een voorstander van de gezamenlijke menage. (Zie de Extra-Bij lage No. 7 van het I. M. T.) Sedert nog beter op de hoogte gekomen zijnde van het zg. koken door den man zelf of van de zg. eigen menage te velde, en wetende dat er van hoogerhand gegevens zijn gevraagd om te dien opzichte conclusiën te kunnen trekken ter beantwoording van de vraag welke verplegingswijze voor de toekomst de meest geschikte is, ga ik thans dieper op de quaestie in dan ik in mijn bovenvermeld Gajo-verslag deed en kon doen. Hierbij zit de gedachte voor, de onderhavige zaak zoo objectief mogelijk te be schouwen en geenszins het streven een persoonlijke meening te doen zegevieren. Wanneer men vasthoudt aan het beginsel, dat een troep te velde, zooveel de omstandigheden zulks veroorloven, zoo goed en zoo krachtig mogelijk gevoed moet worden, om bestand te zijn en te blijven tegen vermoeienissen, en wanneer men de onaan tastbare waarheid in het oog houdt, dat daartoe vleeschvoeding noodig is, dan is reeds daardoor de zg. eigen menage te velde veroordeeld. Deze stelling zal hieronder nader worden bewezen. De naam „eigen menage te velde" of „koken door den man zelf" geeft geen juist beeld van de daarmede bedoelde verple gingswijze, aangezien toch ook, met behulp van de, door elk man medegevoerde, kookpannetjes, gezamenlijk menage wordt ge voerd, zij het dan ook op eenigszins andere wijze dan die, wel ke tot nog toe bij gebruik van menage-kookgereedschap werd gevolgd. Zooals bv. bij de door den toenmaligen majoor van Daalen gecommandeerde Gajo-colonne en bij de le divisie mare chaussee sedert 1899 geschiedde, wordt bij gebruik van éénmans- kookpannetjes het eten in den regel brigadesgewijze door enkele manschappen gekookt, zoodat daarbij verdeeling van arbeid plaats heeft, waarvan de regeling aan den man zelf blijft overgelaten. De gelieele quaestie komt dus feitelijk neer op de vraag, welk kookgereedschap te velde de meeste aanbeveling verdient.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 353