342
Het koken geschiedt bij de 2e en 3e divisie op een daartoe
zorgvuldig gekozen plaats, liefst aan stroomend water en dan
bovenstrooms van badplaats, privaten enz. enz.
c. Tijdduur van het koken.
Bij de le divisie duurde het bereiden van de rijst in de één-
manskookpannetjes in gewone omstandigheden 15 a 20 minuten
het „panggang" van gedroogde of gezouten visch eischte den
zelfden tijd.
Wordt echter vleesch verstrekt, dan wordt de duur der be
reiding verlengd met dien, benoodigd voor het slachten en het
schoonmaken van het rund 3 kwartier) en het snijden van
de benoodigde éénmansportiën.
Bij de 2e en 3e divisie duurt het bereiden van de rijst in petro-
leumblikken ongeveer 1 uur; het braden der gedroogde of ge
zouten visch in de kleine B. M. braadpan vordert ongeveer den
zelfden tijd, terwijl het braden van het benoodigde vleesch (slach
ten enz. daaronder begrepen) H/4 uur duurt.
Het zetten der benoodigde thee of koffie duurt ongeveer 15 a 20'.
Schijnbaar is dus, met betrekking tot den tijd van bereiding,
het voordeel aan de zijde der éénmanskookpannetjes, doch zulks is
slechts schijnbaar, daar de man, na aankomst in het bivouak, toch
niet dadelijk kan gaan eten, doch eerst het bivouak in gereedheid
moet brengen, zich zelf en zijne wapens en kleeren moet reinigen
enz. enz. De bereiding met behulp van petroleumblikken gaat
dus voldoende vlug.
Aangezien echter het vleesch onmiddellijk na het slachten wèl
voor het braden doch niet voor het maken van soep geschikt
is en voor het laatste het vleesch nog 1 uur moet uitbloeden
en besterven, kan men met de kleine kookgereedschappen voor
de gezamenlijke menage (petroleumblikken) eerst soep hebben
Si-4 uur nadat met het slachten een aanvang is gemaakt.
Bij gebruik van middelsoort kookketels vordert:
het koken van het water ongeveer 1I2 uur
het stoomen van de rijst, zoodra het water kookt, per ketel
voor 80 hoofden, ongeveer 1 uur;
het braden van het vleesch ongeveer denzelfden tijd;
het bereiden van soep, slachten enz. er onder begrepen, 43/4 uur;