352
In verband daarmede geef ik in overweging aan elkè brigade
marechaussee en aan elke groep infanterie een stel kleine kook-
gereedschappen te verstrekken, bestaande uit
4 cilindervormige ketels van aluminium, elk in afmeting en
in inhoud overeenkomende met die van een petroleumblik (zie
plaat XVI.);
2 losse bodempjes van aluminium, voor het stoomen van rijst;
1 kleine braadpan (koealO, zooals die op de pasars te krijgen
zijn, dus niet de zwaardere model kleine braadpan.
Den cilindervorm acht ik het meest geschikt met het oog
op eventueele beschadiging bij stooten, vallen enz. tijdens den
marsch.
Daar zuren en zeewater inwerken op aluminium, zoo is zulks
te verhelpen door die kookgereedschappen uit- en inwendig te
emailieeren, hoewel het bereiden van zure gerechten (met azijn)
te velde niet of zelden voorkomt.
Het is mij niet bekend of aluminium geëmailleerd kan wor
den, vermoedelijk wel. Voor het geval de industrie zoovel nog
niet is, zou men dan alleen bij het doortrekken van koeala s
lagunes, enz. of bij landingen er op bedacht moeten zijn, de be
treffende vrachten uiteen te nemen en die ketels op het hoofd
door het zeewater moeten doen vervoeren.
Wat nu het vervoer aangaat, zou dit moeten geschieden:
bij een brigade marechaussee door den derden drager der
tandoe;
bij de infanterie sectiesgewijze door dien drager.
Deze dragers dragen dan aan een éénmanspikolanbij de ma
rechaussee 4, bij de infanterie 8 aluminium ketels, nl. 2, ïesp. 4
vóór en 2, resp. 4 achter, vast aan den pikolan gebonden, om
rinkelen of rammelen te voorkomen, benevens een kleine braad
pan en 1 a 2 lantaarns. Zonder bezwaar kan daaraan nog toe
gevoegd worden 1 blik gemalen koffie (2 K.G.1 blik soepgroen
ten (0.5 K.G.) en 1 a 1.5 K.G. zout.
Wanneer dus elk man in bewoonde streken voor 1 dag on
gekookte rijst (0.6 K.G.), in onbewoonde streken vooi 2 dagen
ongekookte' rijst (1.20 K.G.) en gedroogde visch (0.56 K.G.) of
dengdeng (0.50 K.G.) bij zich draagt, dan is men in bewoonde
streken voor onbepaalden tijd, in onbewoonde streken vooi 2