355
te hebben, toegelaten, zonder dat de opleiding bij de cadetten
korpsen is voorafgegaan.
Provinciale cadettenkorpsen.
Er bestaan zes provinciale cadettenkorpsen, welke in 1896 zijn
opgericht. Aan het hoofd van elk dezer instellingen staat een
majoor, wien een le luitenant als adjudant is toegevoegd. Als
leeraren zijn aan ieder korps verbonden een kapitein en twee
luitenants, benevens in den regel 6—10 burgerleeraren en 6—8
hulpleeraren.
De cursus duurt 3 jaar, de leerlingen zijn intern.
In het korps worden geneeskundig goedgekeurde jongelingen
opgenomen, niet jonger dan 13 en niet ouder dan 15 jaar, die
voldaan hebben aan het toelatingsexamen. Zij die nog geen 14
jaar oud zijn moeten een lengte van 1.32 M. en de anderen een
lengte van 1.365 M. hebben bereikt.
Het toelatingsexamen omvat: lezen,het maken van een opstel,
■elementaire wis- en natuurkunde, aardrijkskunde en geschiede
nis van Japan en teekenen.
Zoons van officieren en hooge ambtenaren uit het leger en
de marine, die gesneuveld of aan bekomen wonden overleden
dan wel gestorven zijn ten gevoige van gevorderde of bevolen
diensten, worden op staatskosten opgeleid; hetzelfde kan geschie
den met zoons van gepensionneerde officieren en hooge staatsamb
tenaren, die den Staat belangrijke diensten hebben bewezen. Al
leen zoons van vermogende familiën worden niet zonder betaling
aangenomen.
Zoons van actieve en gepensionneerde subalterne officieren van
het leger en de marine betalen ongeveer de helft der kostenT
t.w. bij aanneming voor hun kleeding 10 yen (1), en verder maan
delijks 3J yen. De overige cadetten behalve zij die op staats
kosten worden opgeleid betalen bij aankomst 30 yen voor
kleeding en maandelijks 6J yen. Het aantal leerlingen dat
jaarlijks bij elk korps wordt aangenomen bedraagt ongeveer 100.
Door de militaire leeraren wordt les gegeven in het brengen
van den militairen groet, de exercitiereglementen, de gym
nastiek, de krijgsartikelen, de eerbewijzen, militair gedrag, klee-
1) 1 Yen 100 Sen f 1.20.