359 ook maken zij de in October of November plaats hebbende hei fst- manoeuvres mede. Eindelijk bezichtigen zij vestingen, kustver- sterkingen, en oorlogsschepen en volgen enkele artillerie-schiet oefeningen. Bij het einde van den driejarigen cursus worden generale stafreizen gemaakt, waarna de leerlingen voorloopig naar hun korpsen terugkeeren. De officieren, die den cursus hebben afgeloopen, ontvangen een diploma en het krijgsschoolteeken, dat evenals een medail le op de jas wordt gedragen; bovendien bekomen de besten, in den regel jaarlijks 5 of 6, een eeresabel van den Keizer. De militaire leeraren worden van tijd tot tijd toegevoegd aan de verschillende wapens en diensten, voor zoover de werkzaam heden aan de krijgsschool dit toelaten. De van de krijgsschool vertrokken officieren blijven 1 jaar bij den troep; de besten worden vervolgens voor een twee jaax bij den generalen staf gedetacheerd en daarna tot stafofficier benoemd. Deze officieren worden later tot hunne verdere vorming naar het buitenland (Duitschland, Frankrijk, Rusland of Oostenrijk) gezonden, waar zij drie jaar blijven om daarna weder bij den generalen staf te worden ingedeeld of als leeiaar aan dekiijgs- school op te treden. De andere leerlingen van de krijgsschool worden benoemd tot leeraar aan een der cadettenkorpsen, de infanterie-schietschool of wel zij worden adjudant. Het leerplan omvat tactiek, krijgsgeschiedenis, stafdienst, legerverpleging, militaire aardrijkskunde, wapenleer, versterkings kunst, vestingoorlog, leer der communicatiemiddelen, paarden kennis, militaire gezondheidsleer, statistiek, oorlogsrecht, staats recht, paardrijden, Duitsch, Fransch, Engelsch, Russisch en Chi- neesch, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, topographisch teekenen, generale stafoefeningen. De intendance academie. Nadat kort geleden de intendance bij de divisiën werd opge heven en bepaald was dat de werkzaamheden van de 620 kwar tiermeesters door intendanten overgenomen moesten worden, werd een uitbreiding van den intendancecursus noodzakelijk. In hoever die uitbreiding plaats heeft gehad, hoelang het ver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 373