370 terugtrekken vóór het invallen van de duisternis wel geen sprake kunnen zijn. De Zuidpartij zal dus moeten trachten den tegen stand tot dat tijdstip te rekken. Aan den anderen kant zal deze partij ook geen grooter succes dan dit mogen verwachten. Het gevolg daarvan zal dan zijn, dat de vijand 24 uur later aan de herstelling van de baan zal kunnen beginnen dan wanneer hij niet op tegenstand gestuit ware. Tegenover dit voordeel staat evenwel het nadeel, dat de verdere werkzaamheden aan de haan - aan gene zijde van de Tji Poetat - gedekt zullen moeten worden door uitgeputte troepen (na een nachtelijken terugtocht), die bo vendien wellicht zware verliezen geleden hebben. Dit en de natuurlijk niet uitgesloten kans op een algeheele nederlaag bij de Pasanggrahan brengen dus de volledige uitvoe ring van de opdracht in gevaar. Is standhouden noodzakelijk dan moeten vanzelf deze kansen aanvaard worden; geschiedt dat standhouden echter onnoodig, dan is het een fout, die te minder vergeeflijk is, naarmate de detachementscommandant een hooge- ren rang bekleedt of hem een gewichtiger commando is toe vertrouwd. ad d. Wat eindelijk betreft de overweging sub d, doe ik de volgende vraag; Wat stelt de heer v. R. zich voor van het moreel_ van een troep, die geheel uitgeput door een gevecht van ettelijke uren en na wellicht zware verliezen geleden te hebben in de duis ternis zijn stelling moet ontruimen en den terugtocht aanvaar den? Zal deze troep geschikt zijn den volgenden dag nog iets van belang te verrichten? Naar mijne overtuiging moet een zoo hooggeplaatst aanvoerder als de commandant van het Zuidelijk detachement zich weten te verheffen boven de hartstochten, die den troep bezielen; hij mag zich allerminst door die hartstochten laten medesleepen en moet zich alleen laten leiden door het koel verstand. Na al het vorenstaande zal het den heer v. R. duidelijk zijn, dat ik, wei verre van het te billijken, het in den detachements commandant ten strengste zoude veroordeelen, indien hij zich tot een onnoodig gevecht met alle daaraan verbonden kwade kansen had laten verleiden. Ik herhaal dat slechts één geldige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 384