- 378 „den, verloren wij 't is wonderlijk te zeggen niet meer dan één „dood en één gewond en eenige paarden. De posities, die wij verlaten .hadden, namen de Engelschen nu in en sloten Gen. Cronjé aldus „zóó in, dat het voor hem er niet aan te denken viel te ontkomen." Juist toen zij buiten het vuur des vijands geraakt waren, kwamen de versterkingen opdagen die van Bloemfontein ver wacht werden. Dadelijk kwamen de officieren bijeen en er werd beraadslaagd wat gedaan kon worden om Cronjé te ontzetten. Men besloot te trachten de verlaten stellingen van de Wet te hernemen. Overeen werd gekomen dat de aanval door drie afdeelingen gedaan zou worden. Botha zou de verlaten posities te Stinkfon- tein nemen, Froneman de eerste stellingen ten N. daarvan en de Wet de andere nog meer Noordelijk gelegene. De aanval werd den volgenden morgen ondernomen. De be storming door Botha mislukte, hetgeen in hoofdzaak daaraan te wijten was, dat het licht werd vóór hij de stellingen bereikte. Een hevig gevecht vond plaats, waarbij ongeveer 100 man in handen der Engelschen bleven. Dit bracht er bij de burgers den schrik in en „die schrik", zegt de Wet, „was het begin van de groote paniek, die door de vangst „van Gen. Cronjé met zijn duizenden in het leven geroepen zou „worden." Toch wilde de Wet de zaak nog niet opgeven. Theron, de alombekende en onvergetelijke commandant van de rapport rijders, was met de versterking den vorigen dag medegekomen hem vroeg de Wet af, of hij niet een mondeling rapport naar Cronjé wilde overbrengen. Theron was dadelijk bereid het waagstuk te ondernemen, dat in den ganschen bloedigen strijd tusschen Boer en Brit niet over troffen zou worden. De ontvangen opdracht hield in, aan Cronjé te zeggen, dat de geheele Boerenzaak er van afhing dat hij met zijn duizenden zou uitbreken, en dat, indien hij in de handen van den vijand viel, zulks aan de Boeren den nekslag zou toebrengen. De Wet stelde Cronjé voor het laager met alles daarin in den steek te laten en zich des nachts er door heen te slaan, waartoe de Wet hem op twee punten te gemoet zou komen en vanwaar hij de Engelschen verhinderen zou te achtervolgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 392