391 twijfelachtig is, of het commando over een stuk bij het nieuwe materieel aan een gewoon onderofficier opgedragen kan worden. De nieuwe vuurwijzen, de Fransche „rafales" met verschillen, de opzethoogten, met of zonder „fauchage", die noodzakelijke toepassingen van de eigenschappen van het nieuwe materieel zijn, eischen, in veel hooger mate dan het vroegere materieel, eene gedetailleerde voorbereiding en eene strenge vuurdiscipline om munitieverspilling te voorkomen. De ideale toestand zou zijn, dat men de batterij liet bestaan uit 4 sectiën, iedere sectie uit 1 stuk en 1 caisson en onder bevel van een luitenant. Het aantal luitenants zou, met inbe grip van den C. G. T., in dat geval 5 per batterij bedragen, hetgeen naar het oordeel van velen te hooge uitgaven en eene voor de bevordering ongunstige verhouding tusschen het aan tal kapiteins en luitenants veroorzaken zou. Om deze bezwaren te vermijden, zal men dus een zeker aantal dd. officieren moe ten aanstellen, d.w.z. onderofficieren, die in het algemeen aan dezelfde eischen voldoen als onze tegenwoordige adjudanten-on derofficier dd. officier. Per batterij heeft men minstens twee luitenants noodig, nl. een als C.G-.T. en een als commandant der halve batterij, in ge val van detacheering; de B.C. wordt dan commandant der andere helft. Is men zeker een voldoend aantal dd. officieren te ver krijgen, dan zou men in de toekomst voor de 4 sectiën (d.i. 1 sectie van 1 stuk en 1 caisson) eener batterij kunnen aan wijzen 1 luitenant en 3 als zoodanig dienstdoende onderofficie ren en als C. G-. T. 1 luitenant. In verband met de andere toestanden bij de bergartillerie waar in de dekking der bediening nog niet op dezelfde afdoende wijze als bij de veldartillerie voorzien is, zijn bovenstaande be schouwingen slechts ten deele van toepassing op dit onderdeel der bereden artillerie. Evenwel vereischt ook hier het vuur nauw lettend en deskundig toezicht bij elk stuk, in dezelfde mate als bij de veldartillerie en dit komt ons belangrijk genoeg voor om de door ons aangegeven wijziging van het sectieverband ook op de bergartillerie toe te passen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 405