417
le een paar half hooge schoenen, waarvan de zolen niet voor
zien zijn van spijkers en een weinig om het voorstuk uitsteken.
Ze zijn vervaardigd van leder en wegen 1.40 K.G.de hoogte be
draagt -I- 18 c.M.het voorstuk reikt tot aan den bovenkant van
den schoen, die gesloten wordt door een riem, gaande door zes
vetergaten (figuur 21).
2e een paar lichtere schoenen van bruin waterdicht linnen, ge
voerd met dril, en met lederen neus; gewicht 0.815 K.G. (figuur 22).
Bij de lederen schoenen worden zwart lederen beenkappen
gedragen, die van voren met veters worden gesloten.
Het gewicht dier beenkappen bedraagt 0.485 K.G. (figuur 23).
Engeland.
De infanterist beschikt over twee paar rijgbottines (figuur 24),
die gedragen worden met lederen beenkappen (figuur 25).
In de koloniën worden die beenkappen vervangen door banden
van donkerkleurige serge, die schroefvormig om het been worden
gewonden (puttees).
Het gewicht van dit schoeisel bedraagt 1.20 K.G.het gewicht
-der beenkappen 0.30 K.G.
Nederland.
In Nederland ontvangt de infanterist twee paar lage lederen
rijgschoenen, met lage kappen (figuur 26).
Het gewicht van dit schoeisel bedraagt 1.2 K.G. per paar. Het
overleder is gesneden uit licht, inlandsch, grauw pinkleder, dat
smijdig en zacht is. De buitenzolen en achterlappen worden ge
sneden uit gesmart, zwaar West-Indisch zooileder, de tusschen-
zolen en binnen- en hakstukken uit gesmart inlandsch zoolleder
of wel uit gesmart West-Indisch zooileder.
De schoenen worden vervaardigd in lengteafmetingen van
25—33 c.M., iedere lengteafmeting verdeeld in vier breedteaf
metingen, behoudens de lengteafmetiugen 32 en 33 c.M., waar
van slechts 3 en 2 verschillende breedteafmetingen bestaan. In
't geheel zijn er dus slechts 33 verschillende tailles.
De hoogte van den schoen, gemeten van af het grondvlak, be
draagt van 15 tot 18 c.M. De schoen wordt gesloten met een riempje.
Slobkousen of beenkappen worden door den Nederlandschen
infanterist niet gedragen.