418
Nederlanbsch-Indië.
Yoor zoover het schoeisel uit Nederland wordt ontvangen
worden daaraan dezelfde eischen gesteld als aan het schoeisel
voor het Nederlandsche leger.
Ongeveer 50 °/0 van het benoodigde aantal paren schoeisel
wordt in Indië vervaardigd.
Yan dit laatste zijn de bnitenzolen en achterlappen uit zooile
der van buitenlandschen (d.i. niet Indischen) oorsprong gesneden.
De tusschen- en binnenzolen zoomede de hakstukken zijn gesne
den uit met pila (acacia leucophlaea) gelooid zooileder. Het
overleder is afkomstig van Indische koehuiden.
Het in Indië vervaardigde schoeisel wordt aangemaakt in 6
verschillende lengteafmetingen, van 26 tot 31 c.M.eikeiengte-
afmeting is onderverdeeld in 4 breedteafmetingen, in totaal dus
24 verschillende tailles.
Yoor diegenenen, welke met schoenen van de bestaande af
metingen niet geschoeid kunnen worden, worden schoenen op
maat vervaardigd.
Het gewicht van het schoeisel bedraagt 1.08 K.G., dat van
de daarbij gedragen slobkousen 0.450 K.G. (figuur 27).
Het groote gewicht van dit laatste uitrustingstuk wordt ver
oorzaakt door de zware lederen souspieds en belegstukken.
Italië.
De Italiaansche infanterist beschikt over twee paar lage lede
ren schoenen, wegende 1.35 K.G. per paar, zoomede over een
paar lichtere schoenen, eveneens van leder vervaardigd, wegende
0.95 K.G. (figuren 29 a. b.). Fig. 29 a. stelt voor den lichteren schoen
zooals die door de gewone infanterie wordt gedragen, fig. 29 b. den
lichteren schoen der Alpentroepen.
Bij het schoeisel worden linnen slobkousen gedragen, waarvan
het gewicht met inbegrip der souspieds 0.290 K.G. bedraagt
(figuur 30).
Spanje.
De Spaansche infanterist is in 't bezit van twee soorten schoei
sel, nl. een paar schoenen met veters gesloten, geheel van leder
vervaardigd, wegende 0.820 K.G. (figuur 31), en