426 sers als voetvolk veel van zich hooren, voornamelijk sedert den voor hen zoo roemrijken slag bij Sempach (1386). De oorspronkelijk uit te hoop geloopen landvolk bestaande Zwitsersche weermacht, die door hare bewapening slechts den strijd van nabij kende, nam in den loop der tijden een bepaalde vechtwijze aan. Dichte drommen, op eenigen afstand naast el kaar opgesteld, moesten, na voorbereiding van den aanval door licht bewapende vlugge en behendige boogschutters, de slagorde van de tegenpartij verbreken. Eenige rijen met lange lansen bewapenden liepen vooraan, gevolgd door hellebardiers, die het bloedige werk op moorddadige wijze vervolledigden. Dé vervol ging had weer plaats door de meer bewegelijke boogschutters, later door de cavalerie. Met hun phalanx-achtige formatie wijzigden de Zwitsers de in de middeleeuwen gebruikelijke vechtwijze van achter elkaar ge plaatste liniën van ondiepe colonnes in den meer voordeeligen en kelen linievorm. De rechthoekige of ook wel wigvormige drommen bleven echter met hun 30004000 man nog zeer onhandelbaai. De roep der Zwitsers als soldaten, die hen later in alle lan den deed optreden als keurbenden, de kern der staande legers vormende, was alleen te danken aan het feit dat zij, ofschoon te voet strijdende, door een juiste tactiek overeenkomstig hun bewapening de ridderscharen konden weerstaan en zelfs verslaan. De beroemde Engelsche boogschutters, die in opstellingen van verscheidene gelederen diep het gevecht inleidden, dat dooi de beredenen beëindigd moest worden, hadden niet dien invloed op de latere tactiek als de Zwitsers, omdat zij niet in vei band met ander voetvolk streden. II. Oudste tijd der vuurwapens. Omstreeks den slag bij Sempach wordt ook gewag gemaakt van vuurwapenen, welke, oorspronkelijk bestemd tot vernieling der sterk ommuurde riddersloten, eerst optraden in den vorm van kanonnen, doch ook vrij spoedig als handvuurwapenen hun weg vonden in de legerscharen. Zij waren aanvankelijk zoo zwaai 20 K.G. en meer dat twee man noodig bleken voor trans port en gebruik van het nieuwe moordtuig. Merkwaardig genoeg waren die allereerste vuurwapenen ach-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 440