430 krijgen van de beslissing door vuur treedt meer op den voor grond, doch het handgemeen is nog lang niet van de baan. Frederik de Groote (1740-1786) stelde zijn troepen in 3 gele deren op en vervolmaakte, zooals bekend, de linietactiek zooda nig, dat zijn naam er onafscheidelijk aan verbonden raakte. Strenge tucht, groote geoefendheid en bekwame aanvoering wa ren noodig om met deze wijze van optreden in twee liniën, bijna zonder reserves goede uitkomsten te verkrijgen tegen over de diepere massa's van den tegenstander. Voor dezen had die diepere opstelling het voordeel den strijders meer ver trouwen in te boezemen, zoolang zij niet door de grootere vuur- uitwerking op hunne colonnes, in verband met de moeite ver bonden aan het verplaatsen van hunne logge opstellingen en het omzetten daarvan in handiger formaties voor den strijd van man tegen man, overtuigd waren geworden, dat die lange over vleugelende liniën hen verderfelijk moesten zijn. In die tijden naderden de strijdende liniën elkaar tot op 200 M., werden gevolgd door een tweede linie op 300 M. en tracht ten door salvo- of door rottenvuur zich het overwicht te verzeke ren in de vuurpauzen ging de aanvaller voorwaarts totdat het oogenblik voor den bajonetaanval aangebroken was. Wie het snelst vuurde mocht op de beste uitkomsten rekenen. De Prui sische infanterie toonde zich ook in dit opzicht zeker de best ge oefende: vijf gelederen-salvo's in de minuut kon zij afgeven. Mees tentijds gaf men bij het bataljonsvuur 12 salvo's in 5 minuten af. Eenheidsinfanterie had men echter nog niet verkregen, want er trad nu weer een nieuw verschijnsel op, of beter: een oude eisch belichaamde zich in nieuwen vorm. De beveiliging van den opmarsch der steeds aangroeiende legers, de verkenning op het gevechtsveld, de inleiding tot het gevecht, de vervolging, de bewaking van kantonnementen, legerkampen en bivouaks meen de men niet te kunnen opdragen aan de gewone, zwaar bepakte infanterie. Men had daarvoor noodig lichte infanterie, en men schiep afzonderlijke korpsen, die door lichtere bewapening met buksen of karabijnen en uitrusting in het bijzonder voor die taak waren aangewezen. Tevens werd hun vuurwapen ingericht voor een juister schot, door de trekken oorspronkelijk bestemd om het vervuilen van de ziel door kruitslijm zooveel mogelijk te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 444