439 eerst werd toegepast. Doch zien we van die onbruikbare con- structiën dadelijk, zonder meer, af, zoo komen we in de eerste helft der XlXe eeuw toch maaksels tegen, die niet alleen krijgs- bruikbaar waren, maar zelfs een deel der ingevoerde handvuur wapenen uitmaakten. De marine in België werd in 1831 bewa pend met een achterlader, waarbij een metalen plaat, draaibaar in een ring, de lading afsloot, die van achteren in de kamer werd geschoven; Noorwegen voerde in '42 karabijnen in, waar van de geheele kamer los en om een horizontale as draaibaar was, en na vulling weder in het verlengde van de ziel geplaatst kon worden. In '59 bewapenden Spanje en Portugal hun cava lerie met de merkwaardige karabijn van Sharps met valblok en een repeteerinrichting voor de slaghoedjes, en zelfs in '75 was een deel der ruiterij in Britsch-Indië met deze karabijn uitge rust. Bij al deze wapens was de munitie nog in onderdeelen gesplitst; het slaghoedje werd afzonderlijk vervoerd. Algemeen rekent men eerst wapens met een eenheidspatroon tot de eigenlijke achterladers en ongetwijfeld heeft deze soort mu nitie den eigenlijken stoot gegeven tot een grooter vuursnelheid. De eerste, die een dergelijk krijgsdeugdelijk wapen samenstelde,, was Dreyse, wiens geweer reeds in '36 van staatswege werd be proefd en in '41 in beginsel door Pruisen aangenomen. Doch tal van verbeteringen moesten nog aangebracht worden, voordat het naaldgeweer zich als zoo voortreffelijk kon handhaven dat de eisch, de infanterie met een achterlaadgeweer te wapenen, onafwijsbaar moest genoemd worden. De uitwerking van het snellere en gemakkelijker af te geven vuur uit de naaldgeweren in den oorlog van '66 was van dien aard, dat men met geen mogelijkheid de daadzaak kon loochenen, een onverantwoordelijke fout, ja een misdaad te begaan zoo men nog langer het voorlaadgeweer tegen den achterlader in het vuur wilde brengen. Van de 36530 gewonden en dooden der Oosten rijkers vielen 90 pCt. door geweer- en 3 pCt. door geschut vuur; en van de 16150 Pruisen onderscheidenlijk 79 pCt. en 16 pCt. Sommige rijken namen overgangsmaatregelen door het vervor men hunner getrokken voorladers in achterladers, andere staten voerden nieuwe achterlaadgeweren in. Voor de wijziging in ach terladers toonde de scharniersluiting zich het best geëigend, het.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 453