443 gezocht moest worden, zoodat men er slechts noode toe overging de infanterie van die juistheidswapens met langzamer laadwijze te voorzien, terwijl men na '70 met opzet het sneller vuur trachtte te ontloopen. Ontegenzeggelijk moest het echter in Europa een vreemden indruk maken, dat Amerika zelf, het land waar de eerste meer- laders den vuurdoop hadden ondergaan, bij hec aanschaffen van een eenvormig geweerstelsel voor zijn leger, weer terug greep naar den enkellader. In 1866 toch werd het systeem Springfield-Berdan aangenomen met 11.43 m.M. kaliber. Alleen Zwitserland schafte zich met zijn model '69 het Yetterli-geweer, een meerlader, aan, met een magazijn voor 12 patronen in de voorlade. Het maakte zich dus de ondervinding van den Amerikaanschen Secessie oorlog ten nutte. In den Fransch-Duitschen oorlog kwam men tot de slotsom, dat de waarschuwing in '66, sprekende uit de verliezen der Oostenrijkers maar toch door de Duitschers meest in den wind geslagen om geen dichte, gesloten vormen in het werk zaam vuur te brengen, niet zoo maar ter zijde gesteld kon worden. Met troepen geoefend in stoot-tactiek werd de strijd aange vangen, daar de nieuwe denkbeelden, geboren uit de worsteling in '66, nog geen vasten vorm verkregen hadden, terwijl boven dien kort te voren goede uitslag verkregen was met de vecht- wijze in compagniescolonnes. Het betere infanteriegeweer van den tegenstander dwong reeds gedurende den oorlog tot wijziging van gevechtsvormen, doch gelijkmatig en voor allen te gelijk ging zulks niet. Om zoo te zeggen moest iedere brigade leer geld betalen, en bloedig ook, voor zij zich schikte naar de ge wijzigde omstandigheden, die haar dwongen afstand te doen van veel, wat zoo vast den troep was ingeprent als probaat. De ondervinding daar opgedaan, uitgewerkt door theoretische beschouwingen en versterkt door de practische schietuitkomsten der zooveel betere klein-kaliber geweren na '70, moest de overtuiging vestigen, dat het zwaartepunt van het gevecht naar voren was verplaatst. Het lag niet meer in de colonnes der 2e of 3e linie; deze konden niet meer bestaan onder het bestrij kend vuur der nieuwe geweren; zij mochten hoogstens dienen om den troep in de hand te houden tot aan het gedekt te nade-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 457