453 9. De jury bestaat uit 3 leden, waaronder zoo mogelijk een paardenarts. Bij de weging worden de paarden door de jury beoordeeld en kunnen eventueel bestaande gebreken door de deel. nemers bekend worden gemaakt. 10. In den morgen van den 5en December te uur verza meling der deelnemers aan den afstandsrit en beoordeeling der jury. Daarna proefrit (1 paal stap, 1 paal draf, 1 paal galop) en uit spraak der jury, welke in hoogste instantie beslist. Onder deze bepalingen valt ons in de eerste plaats op de in deeling der paarden in klassen naar de hoogte en de daarbij vastgestelde normaalgewichten. Men kan vrijwel met zekerheid aannemen, dat de tegenwoor dige offlciersdienstrijpaarden, wat de Australische poneys betreft, alle behooren tot paarden der 2e en 3e klasse, zijnde 1.45 M. vooralsnog de maximumhoogte, welke voor het legerpaard wordt toegestaan. Het bestuur der Sal. Mil. Sp. Ver. had voor deze paarden als normaal te dragen gewicht van ruiter -j- harnache- ment aangenomen resp. 75 en en 70 K.G Het komt mij voor, dat dit, in verband met de zeer gunstige bepalingen voor hen die zwaarder wegen (zie boven), wel wat gering is, aangezien het gemiddeld normaal gewicht van den ruiter alleen reeds tus- schen 70 en 75 K.G. bedraagt. Wenschelijker zou het daarom m.i. zijn, als normaal voor 2e klasse paarden 80, voor 3e klasse 75 K.G. aan te nemen en daarnaar te handicappen in dien geest, dat de lichtere ruiter aan den onder het normaal gewicht rij dende eene tijdsontheffing van 1 minuut per K.G. gewichtsver- schil moet geven het komt mij echter niet billijk voor om aan ruiters boven het normaal gewicht eene nog grooter tijdsont heffing toe te staan; hierdoor wordt de handicap voor de lich- teren te zwaar en zijn deze genoodzaakt noodelooze krachts inspanning van hunne paarden te vragen door ze te doen loopen onder overwicht, ten einde aan de al te groote voorgift te ontkomen. Indien een ruiter van meer dan gemiddeld gewicht winkans wil hebben zal hij zijn toevlucht zoeken in het besteden van meer geld voor een superieur paard. Op de wijze, als thans werd vastgesteld, komt het mij voor, dat al te veel de aandacht is gewijd aan de belangen van die bereden officieren, wier ge wicht het normale overtreft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 467