459 5e dag: rust, afstappen aan de hand (7 K.G. gaba). 6e dag: 2 maal 1 uur draf als boven, zeer weinig galop (7 K.G. gaba). 7e dag: rust, afstappen aan de hand (7 K.G. gaba). 8e daglj2 uur manegerijden in den vroegen morgen, des nachts te 41/2 uur afgereden (7 K.G. gaba). Het spreekt vanzelf, dat C. W. zich gedurende en na eiken proefrit uitstekend hield, anders ware voorzeker de proef gestaakt geworden. Waar majoor Posno destijds met zijn Sandelhout Warcry den afstandsrit naar Djokjakarta won met een tempo van 30' draf op 10' stap, had hij besloten met dezen goeden Australiër het dubbele van dat draftempo te rijden, vooral ook in verband met hetgeen hij in Australië door de paarden aldaar had zien prestoeren. Het plan van rijden, hetwelk tot het einde is volgehouden, wastot Semarang 1 uur draf de paal in 6 minuten dravende (d.i. dus 250 M. per minuut) op 10' stap naast het paard; te Tjan- di in stede van het staptempo 10' rustgalop bij uitzondering in dien de weg zich daartoe uitstekend leende. Yerder zou op den te rugweg uit den ruin worden gereden, wat hij, zonder overnemen, zou kunnen geven. Na het verlaten van Tjandi werd dan ook na enkele minuten in draf gegaan, veel galop gereden, daar de Au stralische poney dezen gang liever aanneemt dan een zeer lang- durigen draf; het langste galoptempo bedroeg 4 paal. Aldus werd in het le uur 14 paal of 21 K.M. afgelegd en vervolgens 10 mi nuten gestapt. Op dezelfde wijze voortgaande moest echter in het volgend tempo meer worden gedraafd, in verband met de vele hellingen. De laatste 4 paal werden in galop afgelegd, de laatste kilometer in zeer vlotten gang. Onderweg heeft C. W., uitgezonderd 1/2 emmer water en eenig gras te Tjandi, niet gedronken, noch gegeten; bij de rust werd ook het hoofd van het paard flink nat gemaakt. Een uur vóór het vertrek uit Salatiga was x/4 emmer water en 1 K.G. gaba verstrekt, in den vooravond te 6 uur 4 K.G. gaba en volop gras, overigens het paard volmaakte rust gegeven. Gedurende den rit werden alle hellingen op- en meestal ook afge draafd, bij hooge uitzondering werd bij het dalen gestapt, bij eene enkele zeer lange helling werd in draf naast het paard geloopen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 473