463 gon gras van den grond te eten; na weging van ruiter met harna- chement, bleek dat 1 K.G. aan gewicht was verloren, gelijk met ongeveer alle deelnemers het geval was. Behandeling bij thuiskomst: emmer water, flink droogwrij- ven, de beenen met jenever; deze vervolgens, evenals dagelijks gedurende de training, gebandageerdvolop gras; een uur na thuiskomst drinken naar believen (ruim 1 emmer water); eerst te 12 uur \l kilogaba. Toestand den volgenden morgen uitstekend. Alvorens tot de overige paarden over te gaan, acht ik het, ten einde verkeerde gevolgtrekkingen te voorkomen, noodza kelijk er op te wijzen, dat men de prestatie van First niet als argument moet aannemen om voor het Sandelhoutras in het algemeen als legerpaard te pleiten. In de eerste plaats toch is, zooals ik boven reeds zeide, First reeds 41 /2 jaar in mijn bezit, wordt steeds goed verzorgd en krachtig gevoed, daarbij geregeld ge reden onder een gewicht van 60 K G. (ruiter 54 -j- harnachement 6 K.G.) gemiddeld; voorts is het een vaststaand feit, dat juist die Sandelhouts het meest presteerden, die, evenals First, veel tem perament hebben, voor legerpaard dus, gegeven de zeer geringe rijkunst onzer gewone soldaten, niet geschikt zijn, afgezien nog van de andere, overbekende factoren. De tijd, door First gemaakt, is voor een Sandelhout onge twijfeld zeer voldoende; natuurlijk zou het gemakkelijk geweest zijn de enkele minuten, die van de voorgift aan den luitenant Boon nog niet waren ingehaald, te verbeteren, indien ik had kunnen vermoeden, dat zulks noodig was. Ten slotte zij hierbij nog vermeld, dat van 2 andere paarden, van officieren alhier in garnizoen die de training van een San delhout beproefden, het ééne na enkele proefmarschen kreupel werd, het andere duidelijk toonde de training niet te kunnen volhouden. III. De ruin, waarop luitenant Boon den afstandsrit volbracht, was volgens mededeeling van dien officier voor den afstandsrit niet stelselmatig getraind. Hij kwam 3 weken te voren in het bezit van zijn tegenwoordigen eigenaar, was toen gewond en moest herhaaldelijk onder behandeling van den paardenarts worden gesteld. Toch besloot luitenant Boon zijn paard mede te la ten dingen, zoo het aan twee proefritten voldeed van 25 en 40

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 477