469
afgeleid, dat de Australische poney, zelfs minder zorgvuldig voor
bereid, voor het leger over voldoende duurzaamheid en uithou
dingsvermogen beschikt; de als maximum toegestane tijd van 10
uur, die ongeveer overeenkomt met een tempo van 10 stap op
10' draf door den Sandelhout (10 min draf 10 X 200 2000 M.;
10' stap 10 X 100 1000 M.; alzoo in 20 min. 3 K.M. 9
K.M. per uur), werd door geen der deelnemers gebruikt; de 5
eerste paarden kwamen in goede conditie alle binnen 7£ uur aan
het eindpunt en legden per uur gemiddeld van 121/2— 16 K M.
af; al deze paarden werden door de jury bij den proefrit op den
5en December in uitstekenden toestand bevonden.
Het valt te betreuren, dat niet meerdere officieren, te Salatiga
in garnizoen, door hunne deelname onze gegevens hebben uitge
breid; eenigen hebben die training begonnen, doch staakten die om
verschillende redenen al zeer spoedig. Zooals ik in den aanvang
van dit opstel reeds opmerkte, was voor velen het natte jaar
getijde eene belemmering, aangezien de vele regens in den na
middag de training alleen des ochtends of des nachts mogelijk
maakten; daartegenover staat evenwel, dat de goede kunstwegen,
zooals er in de omstreken van dit garnizoen verscheidene zijn,
van de regens weinig of geen nadeel ondervindenzelfs wordt de
bodem minder hard, waardoor de boenen en voeten minder heb
ben te lijden, en blijft men van hinderlijke stofwolken verschoond.
Dagelijksche langdurige oefening voor de training van een af-
standsrit, de 100 K.M. niet te boven gaande, schijnt mij niet
noodzakelijk; men houdt zijn paard zeer wel in conditie door
groote draftempo's afgewisseld door eenige kleine galopreprises,
bij een gemiddelden dagelijkschen arbeid van l1/2 uur. Éénmaal
's weeks kan dan een proefmarsch worden gereden, eenvoudig
te beginnen en geleidelijk uit te breiden tot een maximum
afstand van ongeveer de helft van den gewenschten afstandsrit.
En over l*/2 uur per dag voor de training is toch gemakkelijk
genoeg te beschikken.
Voorts dient vooral te worden gewezen op den factor onrust
van den ruiter", welke reeds zoo menigmaal bij afstandsritten
in Europa den dood van mededingende paarden ten gevolge had.
Men houde vooral, welke berichten omtrent concurrenten tot
ons mochten komen, onveranderlijk vast aan het voorgenomen