491 uit het Oosten blijvend te bedreigen en tevens de vereeniging te bemoeilijken van de te Woensan gelande troepen, die ter sterkte van 8000 man (ruim een brigade dus met hulpwapens) van daar over Yangdök naar Pingjang marcheert (140 K.M.) '4 April werd Söntschhön (40 mijl ten Z. van Witsjoe) door de Japansche voorhoede zonder tegenstand bezet. Het geheele le legerkorps rukte sedert van Antsjoe naar Witsjoe op; de voorposten reikten tot aan de Jaloe. Dat de Russen zich niet verder dan den rechteroever van de Jaloe hadden teruggetrok ken bleek in den nacht van 7 op 8 April. De Japanners begonnen blijkbaar dadelijk na aankomst voor bereidingen te treffen voor bruggenbouw. Eene afdeeling van 40 a 50 man begaf zich daartoe in drie booten naar het eiland Samalinton in de Jaloe. Een Russische compagnie was daar intusschen aangekomen, legde zich in hinderlaag en omsingelde de Japanners toen zij aan land gingen. De laatsten vluchtten naar de booten doch werden allen gedood of verdronken, de booten werden vernield. De Russen hadden geen verliezen. Den lOden viel een Russische boot een Japansche aan, die op de Jaloe vier Russen, van een verkenning terugkeerende, ver volgde. De Japansche boot werd vernield, de Japanners gedood, de Russen kregen een doode. Den 12den trachtte een Russische compagnie de Jaloe over te steken ten W. van Witsjoe, doch werd met een verlies van 12 dooden teruggeslagen. Ook andere kleine Russische afdeelingen gelukte het niet de Jaloe over te gaan. Volgens Japansche berichten bleven de Japanners in scher mutselingen op den 9den en lOden aan de Jaloe overal over winnaars en leden zij geen verliezen. Intusschen werd de Ja pansche vlag te Witsjoe weder neergehaald en de voorposten van de Jaloe teruggetrokken. Uit het voorgaande blijkt, dat juist twee maanden na de eerste landing bij Tsjemoelpo de eerste Japansche troepen aan de Jaloe aankwamen. Van Seoel tot Pingjang bedraagt de afstand 240 K.M. en van daar tot Witsjoe 200 K.M., te zamen 440 K.M. 1). Gemiddeld hebben de Japanners dus ruim 7 K.M. per dag afgelegd, welke geringe gemiddelde marschsnelheid een denkbeeld geeft van de groote moeilijkheden door de Japanners ondervonden, 1) Sauvage. La guerre sino-japonaise.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 507