492
te meer daar, zooals boven bleek, de opmarsch niet noemens
waard door de Russen werd bemoeilijkt. Geen wonder dus,
dat zij Tsjemoelpo tegen Tschinnampho verwisselden en nu
naar luid van berichten hunne troepen of voorraden in de na
bijheid van de Jaloe landen. In 1894 deden de Japanners ei-
even lang over. De voorhoede vertrok 8 Augustus van Seoel
en kwam 8 October aan de Jaloe aan, trok deze 24 October
over, terwijl de hoofdmacht 25 October volgde. In dien tusschen-
tijd leverden zij echter den Chineezen slag bij Pingjang. De
sneeuw en de koude hebben dus nu een belangrijk grooter ver-
tragenden invloed uitgeoefend dan de groote hitte in 1894.
De vraag doet zich ook voor of de Japanners zich niet noo-
deloos een groot deel der moeilijkheden op den hals hebben
gehaald. Waartoe diende al dat marcheeren in Korea? Waren
de Japanners bij slot van rekening dan toch verkeerd ingelicht
omtrent de sterkte der Russen aan de Jaloe en omtrent het
voorttrekken der Russen naar het Zuiden? Blijkbaar welmen
was eerst van plan te Toesan te landen, het succes ter zee
stelde de Japanners in staat te Tsjemoelpo te beginnen en later
Tschinnampho als landingspunt te kiezen. Maar was het dan
niet raadzamer geweest eerst het verloop van de eerste opera-
tiën ter zee af te wachten en eerst daarna op het voordeeligste
punt te landen, in stede van op verschillende plaatsen troepen
aan wal te zetten, waar later zou blijken, dat zij er niet noo-
dig waren? Stond den Japanners misschien het staatkundig
doel van den oorlog, het verkrijgen van blijvenden invloed in
Korea, te veel voor oogen? Speelde de staatkunde hier de
strategie parten? Waartoe anders die sterke bezetting van
Seoel Denken de Japanners door de bezetting van Korea alléén
hunnen invloed daar blijvend te vestigen Maar dat zullen
de Russen immers niet gedoogen. Neen, de oorlog dient de
staatkunde onder alle omstandigheden het best met eene volko
men nederlaag van den vijand. Is aan het Russische leger een
flinken slag toegebracht, dan zou er meer kans zijn op toegeven
van Russische zijde. Zooals wij reeds op blz. 400 opmerkten,
staat en valt de invloed van Japan met het meesterschap in
Korea. Reeds nu zouden de Koreanen op verschillende plaatsen
in opstand zijn gekomen. Zij zullen zich de willekeurige maat-