496 -
naderde de Japansche vloot, in drie divisiën verdeeld, te zamen
zes slagschepen, twaalf kruisers en acht torpedobooten. De
Tuji en de Yoshima werden naar de Duivenbaai gezonden en
beschoten van daar de haven. Port Arthur werd gedurende twee
uur gebombardeerd zonder resultaat. Tijdens het bombardement
liep de Russische vloot onder admiraal Makaroff uit, ter sterkte van
vijf slagschepen, vier kruisers en tien torpedojagers. De Retwi-
san en de Pobieda openden het vuur en brachten schade toe
aan een Japansch slagschip, dat zich daarop terugtrok. De Ja
panners vermeden een gelijktijdigen strijd met de forten en de
Russische vloot en trokken af.
Den 27en Maart herhaalden de Japanners hunne poging om
met zinkschepen de haven te versperren. Om half vier 's morgens
naderden de Chiyo Maroe, Fukiu Maroe, Yahiko Maroe en Yone-
yama Maroe de haven onder bescherming van torpedobooten
en torpedojagers. Toen de schepen op twee knoopen van den
haveningang waren, werden zij ontdekt en openden de forten
het vuur. De schepen bereikten echter de binnenhaven. De Chi
yo Maroe en de Yoneyama Maroe werden door een torpedo van
de Silni vernield, de beide andere tot zinken gebracht door de
bemanning. De poging kan als mislukt beschouwd worden daar
een vaargeul open bleef. De Japansche torpedobooten Aotaka
en Tsubame brachten nog schade toe aan een Russischen tor
pedojager (waarschijnlijk de Silni, die door een granaat werd
getroffen). De verliezen der Japanners bedroegen: 2 officieren en
2 man gedood, 3 officieren en 6 man gewond. Weder verliet bij
het aanbreken van den dag de Russische vloot onder den admi
raal Makaroff de haven, doch de Japanners trokken zich terug.
Omstreeks middernacht van den 12den April naderden Japan
sche torpedobooten en torpedojagers Port Arthur, ontmoetten een
Russischen torpedojager (Bezstrazny), boorden dezen in den grond
en legden waarschijnlijk daarna eenige mijnen. In den vroegen
morgen naderden vijf Japansche kruisers, die een gevecht begon
nen met de Bajan. Deze werd beschadigd en was genoodzaakt
naar de haven terug te keeren. De Askold en een andere krui
ser kwamen de Bajan te hulp. Admiraal Makaroff, oorspronke
lijk aan boord van de Bajan, liep daarna opnieuw uit op de Pe-
tropavlovsk, gevolgd door de Poltava en de Pobieda, de Askold,