500
Het karakter van den vijand, hier de gewoonten van de die
ren behoort een punt van ernstige studie uit te maken. De jagei
mag niet vergeten, dat elke tijger zijne eigenaardigheden heeft.
De eene houdt er van in 't water te liggen gedurende de hitte
van den dag, de andere zoekt hoogere streken wanneer hij wordt
opgejaagd, in plaats van in de schaduw van 't ravijn te schuilen,
deze vlucht al als de koeienjongen hem met een stok dreigt, tei-
wijl gene zoo dapper is, dat niemand hem nabij durft te komen
om hem zijn prooi afhandig te maken. Er zijn er die overdag rond
zwerven, maar ook die nooit te voorschijn komen voor de zon
in het Westen achter de heuvels is gedokendie alleen hun-
prooi in het bosch zoeken, maar ook die op huisdieren, ja zei s
op menschen azen.
Hiermede moet rekening worden gehouden en die gewoonten
zijn alleen te leeren door persoonlijke ervaring en scherpzinnige
opmerking.
Eenmaal op de hoogte van het karakter van den vijand, wordt
de wijze om hem te verschalken vastgesteld.
Als nu het operatietooneel en de algemeene richting zijn be
paald, dan moeten de vraagstukken over vervoer en verple
ging worden opgelost. In de eerste plaats öf en in hoeverre
de landstreek zelf wat oplevert, zooals voer voor de paarden,
klein vee, gevogelte, wild, melk, rijst enz. Blikjes en medicij
nen moeten worden meegenomen. Een oordeelkundige verstrek
king van geneesmiddelen aan zieken, hulp aan gewonden vei-
zekeren de zoo nuttige medewerking der bevolking. Het zal
het gemakkelijkste zijn om een basis te vestigen op het naast-
bijgelegen spoorwegstation of andere geschikte plaats waar de
verschillende benoodigdheden kunnen worden verzameld en van
daar doorgezonden. Het beste vervoermiddel op de communi
catielijn is de kameel.
In jaren van hongersnood, als de bevolking zelf hoofdzakelijk
van boschvruchten moest leven, heeft de Schrijver veel wil ge
had van dit stelsel.
Yoor vervoer van kampbenoodigdheden worden geregeld plaat
selijke middelen gebruikt, doch vaak zullen, waar karrenver-
voer niet meer mogelijk is, kameelen of pakpaarden, soms ook
dragers moeten benut worden, vooral als 't noodig is het ge-