503 veltop, vlak bij het ravijn, zweven de gieren als stipjes rond de plek waar de overblijfselen van een koe liggen, eenige dagen geleden gedood. Van de vijf of zes meegenomen jonge buffels wordt hier en daar op zoo'n aangewezen plek één vastgebonden, nabij struikgewas en water en met het oog op de jacht de plek nauwkeurig vastgelegd, zoodat hij gemakkelijk te vinden en te verkennen is, en plaatsen uitgezocht voor den jagei en voor hen die 't terrein zullen afzetten. Bij een andere drinkplaats ziet men in de modder duidelijk het spoor van een tijgerin, wier poot een ovalen indruk nalaat, tegen den meer vierkanten van een tijger. Zij heeft blijkbaai een oogenblik stilgestaan alvorens naar het water af te dalen en heeft na haar dorst te hebben gelescht door het hooge gras, waar het spoor duidelijk te volgen is, haren weg genomen naar dien heuvel. Daar achter ligt weer een ravijn met heerlijke schaduw en stroomend water. Zonder twijfel is zij daaiheen ge gaan, zooals de sporen aanduiden. Van de jonge buffels wordt er één boven en één beneden vastgebonden en, nu delokdieien op zijn, naar het kamp teruggekeerd om af te wachten wat gebeurt. Den volgenden morgen bij het krieken van den dag is iedeieen op. Eerst wordt de meest verwijderde buffel bezocht, want ze moeten niet te vroeg genaderd worden. Na het bloedig nacht maal doolt de tijger meestal gedurende de koelte van den morgen nog wat in de nabijheid van het kadaver rond, zoodat eene ontijdige komst hem misschien ver weg zou verjagen. Doch zoodra de stralen van de zon beginnen te branden, zoekt het schaduwlievend beest een beschut plekje nabij zijn prooi, waar hij gedurende de hitte van den dag slaapt tot de nachtgeesten van het bosch getuigen zullen zijn van eene hernieuwing van het feestmaal. De jagers zijn nu nabij de plaats waar de buffel was vastgebon den. De bodem is zorgvuldig onderzocht om teekens van den nach telijken moordenaar te vinden, maar niets is ontdekt. Yan het bekende punt, vroeger reeds gekozen toen de buffel werd vast gebonden, wordt uitgekeken, zoo noodig daarbij een boom beklom men. Vooral niet te dicht bij komen is het wachtwoord, want de tijger zou op de loer kunnen liggen, misschien nog aan zijn maal bezig zijn. Ligt de buffel er nog? Ja hij ligt op den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 519