506 veld leeg? Neen, luister! Het geluid van een zwaren stap treft het oor, alsof een groot beest tusschen de droge bladeren trapt, die dik op den grond liggen. Nu is de zware ademhaling al te hooren. Zwijg toch, kloppend hart; wees vast, bevende hand of al 't werk is vergeefsch. Daar komt de tijger uit het dichte kreupelbosch en staat een oogenblik in het zonnelicht, als met goud overgoten, stil. Hij luistert; dan met een woest gebaar stuift hij voorwaarts, juist in de richting, die verwacht is. Het oogenblik is daar. Ylug korrel genomen en daar gaat het schot. De tijger valt, maar tracht zich weer op te richten; wel is hij doodelijk gewond, doch vuur nog maar eens, want de vijand is te vreezen zoolang hij leeft en macht heeft om te slaan. Mocht hij gewond ontsnappen, dan moet hij met groote zorg en omzichtigheid worden gevolgd, anders kost het menschenlevens. Met alle aandacht en voorzorg uitgevoerd, kan die gevaarlijke ope ratie met goeden uitslag worden bekroond. De jager volgt dan het bloedspoor, steeds op zijn hoede en met het geweer vaar dig, vol vertrouwen op zijn kennis van de wildernis, als het spoor dat hem den weg wijst verdwijnt. Verkenners worden van ter zijde op beheerschende punten geplaatst, anderen vergezellen den jager en beklimmen nu en dan boomen om vooruit te zien en de plaats of de bewegingen van het getroffen beest uit te vorschen. Ook de terugtochtslijn moet bewaakt worden door zijposten. Soms is 't noodig kudden buf fels door 't terrein te jagen om den gewonden tijger er uit te krij gen; wordt iemand hierbij gewond, dan moet ge het noodige bij de hand hebben om hem te kunnen verbinden. Onderwijl nu deze operatiën gevoerd worden, zijn verschil lende ploegen, waarbij steeds een bereden bode, in 8—10 paal ver wijderde woonplaatsen opgesteld nabij andere punten, waar zich ook tijgers ophouden. Jonge buffels zijn ook daar als lokaas uitgezet en, zoodra een ten prooi is gevallen, rijdt de bode spoorslags naar het kamp met bet bericht, terwijl de achter- blijvenden drijvers verzamelen. Is de jager thuis dan is alles vlug geschikt. Is hij uit dan zoekt de bode hem. Misschien komt hij juist als de jacht beslist is en kan onmiddellijk een nieuwe begonnen worden. Zoo kunnen 2 a 3 tijgers per dag ge schoten worden op verschillende plaatsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 522